Zoeken in deze blog

woensdag 21 december 2011

Kerstmis

Amper nog drie dagen te gaan, en het is Kerstmis. Ik wens jullie een paar bijzondere dagen toe met volop gelegenheid om te genieten van kalmte en rust, van het goede van het hier en nu, en dat in het gezelschap van jullie dierbaren. Ik hoop dat jullie eventuele drukte en stress buiten de deur zullen kunnen houden en er gelegenheid is om zo nu en dan eens even tijd voor jezelf te nemen. 
Dit schrijf ik omdat ik in mijn omgeving uitspraken heb gehoord als ‘Voor mij kunnen die feestdagen niet snel genoeg voorbij zijn,’ of ‘Nou, al dat gedoe hoeft voor mij helemáál niet,’ en ‘Als het aan mij lag, dan zaten we alweer ergens halverwege januari.’ 
Zijn we vergeten hoe we van deze speciale feestdagen moeten genieten? Zijn we het verleerd? Weten we dan niet meer wat de betekenis van Kerstmis is? Wegen de verplichtingen, de verwachtingen van de anderen en de stress van het bereiden van de meest prachtige gerechten en alles wat daarbij komt kijken, zwaarder dan de viering van de geboortedag van Christus, of de geboortedag van het Licht, het feest van de Vrede? 
Ik stel voor om eens een paar minuutjes tijd voor jezelf te nemen om je af te vragen wat Kerstmis voor jou betekent. Als je wilt en als je kunt, ga dan eens even rustig zitten, sluit je ogen, haal een paar keer diep adem, ontspan je, luister naar de stilte van binnen en vraag je af….

  • Wat betekenen deze dagen voor mij? Draait het om het geven en ontvangen van geschenken? Draait het om het vieren van een geloofstraditie? Om het vieren van het leven zelf? Om het samenzijn met familie en vrienden? Om de bewustwording van alles wat er in de wereld gaande is? Om de belangenloze liefde voor je medemens? Laat je gedachten hier over gaan en luister naar wat er in je opkomt.

  • Hoe wil ik deze dagen vieren? Als je eenmaal duidelijkheid hebt verkregen over wat deze dagen voor je betekenen, kun je bedenken hoe je ze bij voorkeur door zou willen brengen. Wat is belangrijk voor jou? Laat je gedachten eens gaan over wat je eigenlijk wilt doen, wat je diep van binnen nodig vindt, en of dat strookt met wat er (volgens jou) door de omgeving van je wordt verwacht. Maar al te vaak laten we ons uitsluitend, of voor een groot deel leiden door ‘verplichtingen.’
 Heb je duidelijk gekregen wat de Kersttijd voor je betekent en hoe je deze dagen wilt doorbrengen, maak dan een plan waarbij je streeft naar het vinden van een evenwicht tussen de échte verplichtingen enerzijds, en je eigen behoeften anderzijds. Je eigen gevoelens, je binnenwereld, je ziel – ze zijn belangrijk. Dit is de tijd van het jaar om eens extra goed voor dat deel van jezelf te zorgen.

Vereenvoudig. Het is echt niet nodig dat alles volmaakt is. Vraag om hulp, delegeer en schrap alles wat gewoon te veel of niet noodzakelijk is. De voorbereidingen kunnen vast ook wel (voor een deel) gezamenlijk worden gedaan zodat ze deel gaan uitmaken van het feest; probeer dan het contact en de verbinding met anderen te laten prevaleren boven de perfectie en de stress.

En mocht je besluiten jezelf iets cadeau te willen doen, wat zou je dan zeggen van een beetje tijd om wat rust te nemen, om eens een poosje kalm adem te halen, om je te ontspannen en om innerlijk te verjongen. Om je batterijtjes op te laden. Dat zijn de beste cadeautjes die je jezelf kunt geven want je houdt er energie, vreugde en een positieve instelling aan over, oftewel, alles wat je nodig hebt om optimaal van het Feest van het Licht te kunnen genieten.

Beste mede-HSP’ers, ik wens jullie oprecht een speciale Kersttijd met innerlijke kalmte en rust, en spiritueel bewustzijn toe.


woensdag 7 december 2011

Redder, Slachtoffer of Aanklager, met welke rol identificeer je je het meest?

Tijdens de meest recente ontmoetingsdag voor HSP'ers in Mallorca oefenden we met de “Dramadriehoek”, ook wel de Driehoek van Karpman genoemd, een tool die afkomstig is uit de Transactionele Analyse. Ook dit is weer zo’n onderwerp waarvan ik denk dat de hooggevoelige mens er veel aan kan hebben op zijn weg van zelfkennis en zelfonderzoek, een weg die mijns inziens onontbeerlijk is in het leven van de HSP’er die zijn hooggevoeligheid in de hand wil leren krijgen om zo datgene was hem nog al eens dwars kan zitten, om te buigen naar de positieve karaktertrek die het in feite is.

De Dramadriehoek is een spel, een dans, tussen drie rollen, tussen drie gedragstypen waar we als mens vaak vanzelf en zonder dat we het in de gaten hebben, toe neigen. Zo zien we de rol van het slachtoffer, de rol van de redder en de rol van de zogenaamde aanklager.

Stel je voor, je bent met iemand in gesprek en op een gegeven moment realiseer je je dat je niet verder komt, dat het gesprek niet opschiet en dat je eigenlijk alleen nog maar in hetzelfde kringetje ronddraait. Of het valt je op dat je gesprekspartner zichzelf voortdurend herhaalt, en dat op een nare, negatieve manier. Of je merkt dat je dingen zegt die je eigenlijk helemaal niet wilt zeggen.

Als dat gebeurt, is de kans groot dat jij en je gesprekspartner in het patroon van de “Dramadriehoek” zijn beland. De Dramadriehoek met zijn drie rollen van aanklager, redder en slachtoffer, vormt de basis van dit patroon.

Elke rol wordt gestuurd door een emotie, en doordat de drie rollen elkaar over en weer uitnodigen, blijven de gesprekspartners vastzitten in een dans waar je niet altijd even gemakkelijk weer uitstapt. Laten we de drie rollen eens wat nader bekijken.

De aanklager
De dans van de aanklager is gebaseerd op een gevoel van boosheid. De aanklager wil beschuldigen en straffen. Sterker nog, straffen voelt voor hem als volkomen gerechtvaardigd. Je kunt hem dan ook makkelijk herkennen aan het soort zinnen dat kenmerkend is voor zijn patroon: ‘En dat, na alles wat ik voor je heb gedaan!’ ‘Als jij er niet was geweest, hadden we deze kwestie al láng geregeld.’ ‘Bij mij moet je niet aankomen. Ik heb je gewaarschuwd.’ ‘…en dat komt door jou!’ De aanklager heeft er een handje van de ander op zijn zwakke plekken aan te vallen.

De redder
De rol van redder is veel HSP’ers op het lijf geschreven. De redder wil andere helpen en redden en zet zich voor honderd procent in om andermans problemen op te lossen. Dat doet hij vaak zonder dat die ander hem daar zelfs maar om heeft gevraagd: hij signaleert een probleem of ziet waar ergens iets aan mankeert en hij duikt er bij wijze van spreken onmiddellijk bovenop. Het zal duidelijk zijn dat hij, om dat te kunnen doen, een slachtoffer nodig heeft. Je kunt de redder makkelijk herkennen aan uitspraken in de trant van: ‘Weet je wat jij moet doen? A, B of C.’ ‘Zonder mij zou je het nooit redden.’ ‘Waarom doe je niet...’ ‘Nou, graag gedaan, hoor.’
De redder denkt alles te weten, en door zijn manier van handelen maakt hij anderen van zich afhankelijk.

Het slachtoffer
Het opmerkelijke van de rol van slachtoffer is dat hij de Dramadriehoek in stand houdt. Anders gezegd, als hij er niet was, dan zou de driehoek geen bestaansrecht hebben. En ook dit is een rol die veel HSP’ers bekend voorkomt. Het slachtoffer kenmerkt zich door zijn passieve houding en zijn treurige, moedeloze stemming. Hij voelt zich weerloos en kwetsbaar, en hij is overal bang voor: hij vreest het onbekende, is bang om fouten te maken en om op wat voor manier dan ook risico’s te nemen. De angst kan zo sterk zijn dat hij zich volkomen verlamt voelt, en paniekaanvallen zijn dan geen uitzondering.
Het is interessant om op te merken dat hij op twee manieren invulling kan geven aan zijn rol: hij kan zich als zielepoot presenteren –waarmee bij een beroep op de redder doet– of hij kan zich voordoen als de geslagen hond, een gedrag waardoor de aanklager zich aangesproken zal voelen.
Van het slachtoffer kennen we uitspraken als: ‘Dat kan ik niet, dat lukt me nooit.’ ‘Vind je het ook niet hartverscheurend?’ ‘Ik weet echt niet waar ik andere hsp’ers zou kunnen vinden.’ ‘O, dokter, u bent geweldig.’ (Mensen op een voetstuk plaatsen).

De interactie
Stel dat de Redder –R– besluit om het Slachtoffer –S– te helpen. S verheugt zich en rekent erop dat R zijn leven voor hem weer op de rails zet. Vroeg of laat komt er een moment waarop R een beetje genoeg krijgt van de lakse en apathische houding van S, en van het feit dat S volledig van hem afhankelijk is, hoewel hij dat laatste aanvankelijk juist prettig vond. Hij geeft S de ene goede raad na de andere, maar S steekt geen poot uit. Is voor S de maat ten slotte vol, dan moet het spel worden aangepast door een verschuiving van de rollen:
R stapt uit zijn rol en stapt in die van Aanklager –A–. ‘Je denkt toch zeker niet dat die situatie van jou ooit zal verbeteren als je zelf nooit een poot uitsteekt!’ Het is ook denkbaar dat R nu zèlf in de rol van S stapt: ‘Ik kán niet meer. Ik heb echt alles gedaan wat ik kon om je te helpen. Ik heb je alles gegeven. Ik voel me gebruikt.’ S kan niet in zijn rol blijven en zal ook een andere positie moeten kiezen.
Dit soort spel of dans doet zich in elke relatie voor, sterker nog, elke relatie heeft zo zijn vaste patroon. Een voor de hand liggende vraag is dan:

Waarin zit hem voor elke rol de winst?
De Aanklager laat zich nergens in betrekken. Niets is ooit zijn schuld en elke vorm van verantwoording nemen is hem vreemd. Misschien zit de grootste winst voor hem wel in het feit dat hij iedereen op een veilige afstand kan houden zodat hij zich nooit helemaal (of vaak zelfs maar ten dele) hoeft bloot te geven.
De Redder voelt zich doorgaans belangrijk en onmisbaar, en zorgt er al dan niet bewust voor dat anderen van hem afhankelijk zijn. Zo lang hij zich bezig kan houden met het leven van anderen beschikt hij over het volmaakte excuus om niet naar zichzelf te hoeven kijken. Dit is een van de motieven waarom de HSP’er zich in deze rol zo prettig voelt, terwijl hij bovendien ook nog eens aan de wereld kan laten zien dat hij zo’n goed mens is. Helaas is het zo dat hij, zo lang hij zich ten doel heeft gesteld om S’ redder te zijn, steeds meer uitgeput raakt. Vroeg of laat zal hij zijn hulp moeten staken en van rol moeten veranderen, simpelweg omdat het redden op den duur lichamelijk te zwaar voor hem is en hij eraan onderdoor gaan.
En het Slachtoffer? Het slachtoffer voelt zich uitstekend in zijn rol omdat hij niet hoeft te denken, omdat hij geen beslissingen hoeft te nemen of stappen hoeft te doen en omdat hij zich nergens verantwoordelijk voor hoeft te voelen. Als R niet genoeg zou krijgen van zijn verzorgersrol, zou onze S waarschijnlijk nooit enige noodzaak zien om uit zijn vertrouwde comfortzone te stappen.

Vanwaar de naam Dramadriehoek?
In de dramadriehoek is er, net als bij het klassieke griekse drama, sprake van een voorspelbaar en negatief verloop. Het problem zit hem onder andere in het feit dat de verschillende acteurs elkaar niet als gelijken behandelen, maar dat er in elke dialoog altijd een partij is die zich superieur voelt, terwijl de andere partij zich als inferieur beschouwt. Een bijkomende factor is dat met name de Redder het Slachtoffer elke vorm van verantwoordelijkheid onthoudt waardoor hem elke kans op zelfontplooiing, op persoonlijke groei, wordt onthouden.

Belangrijk is evenwel om goed te beseffen dat het bij de rollen gaat om gevoelens en om bepaald (tijdelijk) gedrag. Dat iemand in een bepaalde situatie de rol van slachtoffer, aanklager of redder speelt betekent dus helemaal niet dat hij ook daadwerkelijk slachtoffer, aanklager of redder is.


Hoe kun je deelname aan de Dramadriehoek voorkomen?
Het is op de eerste plaats van belang om het spel te herkennen en werking te doorzien. Daarnaast zul je over voldoende zelfkennis moeten beschikken om in te zien op welke manier je in de driehoek getrokken en verstrikt kunt raken, waarbij je niet mag vergeten dat HSP’ers een “voorkeur” hebben voor de rol van Redder en die van Slachtoffer.
Vertrouwdheid met jouw specifieke hooggevoeligheid en met de wijze waarop de Driehoek zichzelf in stand houdt en herhaalt, kan op zich al voldoende zijn om het spel tijdig te herkennen en er niet in te stappen. Als je de bui kunt zien hangen heb je de kans om op een volwassen, oprechte en postieve wijze te reageren en kun je verantwoordelijkheid nemen voor je daden, woorden, gedachten en gevoelens.
Let erop dat je niet overdrijft wanneer je over jezelf spreekt, dat je niet generaliseert en dat je uitspraken helder en specifiek zijn. Zo is het bijvoorbeeld een heel verschil of je ‘Niemand snapt me; ik word nooit begrepen,’ zegt, of ‘Vandaag sprak ik met X en die begreep niet wat ik bedoelde.’
Val de ander niet aan en kom niet met (vage) beschuldigingen. Speelt er een probleem of dreigt er een conflict, negeer dat dan niet maar spreek je zo snel mogelijk uit bij de verantwoordelijke persoon. Roddelen is dus bepaald géén goed idee. Denk eraan, problemen verdwijnen niet door ze te negeren of weg te stoppen, in tegendeel, ze worden er alleen maar groter en gecompliceerder op…

De Dramadriehoek is een fascinerend tema met vele lagen. Ik heb jullie daar hier alleen de eerste maar van laten zien om het verhaal er niet al te gecompliceerd op te maken en om te voorkomen dat jullie overvoerd raken. Als je er meer van wilt weten, kun je er op internet en in de boekhandel genoeg over vinden. Het kan in ieder geval een goed idee zijn om eens naar de driehoeken in je leven op zoek te gaan om te zien hoe ze verlopen en hoe de rollen zichzelf net zo lang (soms wel levenslang!) in stand houden tot iemand iets doet om uit zijn rol of om uit een driehoek te stappen, waarmee het spel of de dans dan is afgelopen.

vrijdag 11 november 2011

Opnieuw een prachtige -korte- video over HSP

Deze video wil ik graag delen, al was het alleen maar voor de muziek. (Weet iemand wie dit zingt?)
Hij is gemaakt door een HSP-meisje dat hem deelde op: jongeren.hooggevoelig.nl


maandag 7 november 2011

Irritatie binnen de relatie

Wanneer je als HSP-er je hart verliest, doe je dat doorgaans akuut en intens. Je valt als een baksteen voor je grote liefde. Na een eerste periode van rozengeur en maneschijn komt er een tijd waarin de kleur van je roze bril begint te vervagen omdat je steeds meer kleine en grote ‘gebreken’ bij de ander begint op te merken. Je begint je te ergeren aan dingen als de tube van de tandpasta die lukraak wordt ingeknepen, de wc-bril, lichten die niet worden uitgedaan en meer van dat soort schijnbaar onbeduidend, maar intens irritant gedrag. De ergernis groeit, op een gegeven moment kun je je mond niet langer houden en ga je er iets van zeggen. Je geeft kritiek en als de ander niet ‘luistert’ word je ongeduldig en ga je er ruzie over maken. Loopt de ruzie uit de hand dan ontstaat er een conflict, en een conflict zou wel eens het einde kunnen betekenen van de relatie met degene die –weet je nog?- je grote liefde was. Je zit met een gebroken hart en een enorme dosis onbegrip, verdriet en pijn. Ja, ik weet het, het is een negatief scenario, maar daarom niet minder reëel.

Ik weet ook dat het de meesten van jullie bekend in de oren klinkt. In de jaren dat ik als coach met HSP’ers werk, heb ik heel wat van dit soort verhalen gehoord. Natuurlijk is verliefd worden en je irrititeren niet het voorrecht van de HSP’er, maar bij de hooggevoeligen vallen wel bepaalde karakteristieken op, zoals die enorme heftige manier van je hart verliezen en de vurige overtuiging dat je –eindelijk- je tweelingziel hebt gevonden. Daarnaast zijn sommige irritaties die je kunt voelen rechtstreeks het gevolg van je hooggevoelig zijn. Je kunt hierbij denken aan geluiden die de ander maakt, zijn of haar slordigheid, luchtjes die je aanvankelijk niet stoorden maar die op een gegeven moment gaan overheersen… En zo kun je er zelf vast nog wel een aantal noemen. En wat vervolgens nog typisch voor de HSP’er is, is dat hij zijn irritaties aanvankelijk probeert te beredeneren en te negeren, en dat hij er niets van durft te zeggen uit angst voor ruzie of –nog veel erger- voor een conflict (met het risico van het verlies van de partner).

Het merendeel van de HSP’ers is huiverig voor conflicten. Ik kan jullie vertellen dat ik mezelf vroeger graag uitgaf voor pacifiste. Dat was in de tijd dat ik nog niets van HSP wist of zelfs ook maar het vermoeden had dat ik ‘er ook zo eentje was.’ Ik had er geen idee van dat een hooggevoelige panisch kan zijn voor alles wat ook maar enigszins naar confrontatie of conflict riekt. Later echter besefte ik dat ik mezelf eigenlijk alleen maar pacifiste had genoemd omdat ik daarmee het ideale excuus had om elke vorm van conflict uit de weg te gaan. (Tussen twee haakjes, ik noem mezelf nog steeds pacifist, maar nu vanuit een heel ander perspectief).

Nadat ik me uitvoerig met het thema HSP had bezig gehouden, verdiepte ik me in alles wat met conflicten te maken heeft – hoe ze ontstaan, wat hun dynamiek is, hoe je ze kunt voorkomen en, vooral, hoe je ze kunt oplossen- en ik kan jullie verzekeren dat het een uiterst boeiende materie is.

Wanneer een HSP’er in een conflict is beland voelt hij zich doorgaans aangevallen en uiterst kwetsbaar en weet hij niet goed hoe hij zich moet verdedigen. Zo kan het gebeuren dat de andere partij de stem verheft, een reeks verwijten of beschuldigingen uit en op meerdere manieren zijn best doet om de HSP’er te overtroeven of van zijn gelijk te overtuigen. Je hebt mensen die erg ver gaan om bij een conflict als overwinnaar uit de bus te komen. Ik ken verhalen over de meest onvoorstelbare leugens, mishandelingen en pesten. Hoe agressiever de aanval, des de meer de HSP’er dichtslaat en blokkeert. Hij zal proberen het probleem te negeren. Wanneer dat niet mogelijk is, is hij in staat de ander gelijk te geven, of kan het zelfs gebeuren dat hij de ander gaat geloven en de schuld op zich neemt. Het andere uiterste is dat hij zich slachtoffer gaat voelen; hij beschikt immers niet over de handvatten om het voor zichzelf op te nemen.

Wat kun je doen?
Om te beginnen raad ik je aan om zo veel mogelijk te genieten van die initiële verliefdheid, al is het misschien toch wel verstandig om niet meteen ál te hard van stapel te lopen. Het hoeft niet per se ‘alles of niets’ te zijn. Maar dan, wanneer je na de aanvankelijke euforie van die kleine irritaties bij jezelf begint op te merken, is het zaak op goed op te letten. Deze gevoelens, die je mogelijk als ‘aanstelleritus’ van de hand probeert te doen, vormen later vaak de aanleiding tot ruzies. Stop deze ergernissen over het gedrag van je partner (of van een collega!) dus niet weg, onderdruk ze niet, maar kijk ernaar, onderzoek ze en probeer te ontdekken waar ze vandaan komen. Probeer na te gaan waaróm het je zo waanzinnig maakt dat de ander nóóit zijn rommel opruimt. Verplaats je dan ook eens in de ander en vraag je af waarom hij of zij dit of dat doet. In verreweg de meeste gevallen doet hij dat echt niet om je te irriteren! Doorgaans zal deze manier van naar jezelf en naar de ander kijken voldoende zijn om de ergernis te laten verdwijnen.

Gaat het geïrriteerde gevoel echter niet weg en blijft die vervelende kritiek maar aan je knagen, dan is het misschien een goed idee om ook eens naar je manier van communiceren te kijken, want uiteindelijk zit er niet veel anders op dan er met je partner over te praten. Onthou: je kunt een probleem negeren, maar het gaat er niet van weg; het wordt er juist alleen maar groter en hardnekkiger van. Een manier van communiceren die ik zelf erg goed en duidelijk vind, is de zogenaamde Non Violent Communication. Een andere, daarop gebaseerde techniek, is de volgende:


  •  Laat je partner weten dat je een gesprek met hem/haar wilt. Trek jullie agenda’s en kies een tijdstip dat jullie alle twee goed uitkomt. Voorkom dringende en belangrijke afspraken ervoor of erna, want die zorgen alleen maar voor extra spanning en emotionele belasting.Als het moment is aangebroken zullen jullie een paar gespreksregels moeten afspreken, en het is erg belangrijk om je daar ook aan te houden. Kom bijvoorbeeld overeen dat ieder vijf of tien minuten krijgt om het woord te voeren zonder dat hij door de ander in de rede wordt gevallen. Eerst krijgt de een de beurt, daarna de ander. Ook is het belangrijk om af te spreken dat ieder kan praten zonder dat de ander daar spottende of kritische geluiden bij maakt of gezichten trekt. Streef naar oprechte interesse en belangstelling voor de ander.
  • Het is een goede gewoonte om dit soort gesprekken te beginnen met een vorm van ritueel waarbij elk –om de beurt- zijn liefde, genegenheid, bewondering en respect voor de ander onder woorden brengt en eigenschappen noemt die hij in de ander waardeert.
  • Elk praat uitsluitend vanuit zijn eigen ‘ik’ en waakt ervoor de ander te beschuldigen. Streef naar objectieve en exacte zinnen in de trant van: ‘Toen ik vanochtend zag dat het dopje niet op de tandpastatube zat, voelde ik me op slag enorm geïrriteerd, want datzelfde had ik gisteren en eergisteren ook al vastgesteld. Wanneer ik dat zie, ergert me dat, want dan denk ik altijd meteen aan de tandpasta die ligt uit te drogen en aan dat uitgedroogde stukje dat je dan moet weggooien, en ik hou nu eenmaal niet van weggooien.’ Of: ‘Dan erger ik me, want ik moet die glasplaat schoonmaken en dat dopje kost me extra werk.’ Maak de ander kenbaar dat dit echt een belangrijke behoefte van jou is, en dat je die behoefte graag gehonoreerd ziet.
  • Het is van belang dat jij en je partner goed beseffen dat dit soort gesprekken geen gelegenheid biedt voor het spuien van allemogelijke soorten kritiek of verwijten. De opzet van dit soort gesprekken is het dieper doordringen in de denk- en belevingswereld van de mens die je liefhebt. Het gaat om het ontwikkelen van wederzijnds begrip en om de versteviging van jullie band.


Natuurlijk zijn er ook relaties waarbinnen deze vorm van preventieve acties niet (meer) mogelijk is omdat de aanvankelijke ergernis al tot conflict is geëscaleerd. Wat kun je doen wanneer iemand je voortdurend beledigt? Ik heb een cliënte, Isabel, die zichzelf heeft aangeleerd om op dat soort momenten in de lach te schieten en iets te zeggen in de trant van , ‘Och, meen je dat echt?’ Volgens haar werkt dat in de regel uitstekend omdat de ander zo’n reactie niet van je verwacht, je hem ermee op het verkeerde been zet en de negatieve lading van de boodschap wordt beentjegelicht. Je kunt het proberen en zien of het voor jou werkt.

Zelf ga ik echter nog graag een stapje verder. Ik ben namelijk van mening dat het aan jouzelf is om je aangesproken of beledigd te voelen. Je kunt ervoor kiezen om een nare opmerking niet persoonlijk op te vatten. Dit zal ik nader uitleggen. Dat iemand je uitmaakt voor zwakkeling of voor wat dan ook, betekent nog helemaal niet dat je ook werkelijk een zwakkeling zou zijn. Het enige wat het zegt is dat die ander jou als zwakkeling ziet, en dat doet hij duidelijk omdat hij jouw gedrag met het zijne vergelijkt en omdat hij vindt dat je best wel eens wat steviger in je schoenen zou mogen staan. Zoals hij denkt dat hij dat zelf doet, dus. Denk er echter wel aan dat het misschien toch geen kwaad kan om je af te vragen of het mogelijk handig zou zijn om, samen met een coach, eens wat technieken te leren die je helpen wat beter voor jezelf op te komen.

Hoe gekwetst je je ook mag voelen door iets wat je van een ander te horen hebt gekregen (nogmaals, je kunt ervoor kiezen om je wel of niet gekwetst te voelen) het is belangrijk dat je één ding nooit doet: dichtslaan en niets terugzeggen. Als HSP’er zul je daar de neiging toe hebben, maar ik geef je de garantie dat je de situatie hier alleen nog maar mee verergert. Heus, ik begrijp dat je dichtslaat, ik begrijp dat je je zó gekwetst voelt dat je gewoon niet bij machte bent om te reageren, maar het is van belang dat je beseft dat je de ander hiermee alleen nóg maar bozer maakt. Als die ander geen HSP’er is dan zit het er dik in dat hij jouw reactie gewoon niet begrijpt. Wat dan?

Doe een beroep op die aangeboren kwaliteit die je als HSP’er hebt: je empatische vermogen. Probeer je, hoe moeilijk dat op zo’n moment ook kan zijn, te verplaatsen in de positie van de ander, haal diep adem en zeg: ‘Ik heb je gehoord. Op dit moment kan ik er helaas niet op ingaan. Als je wilt kunnen we het er op een later tijdstip over hebben.’ Je zult dan natuurlijk wel een afspraak moeten maken voor dat gesprek, want het is belangrijk om problemen uit te praten. Ook in dát gesprek is het een goed idee om aan het begin regels af te spreken om elkaar om de beurt aan het woord te laten, geen kritiek op elkaar te hebben en uitsluitend te vertellen hoe een bepaalde situatie op jou overkomt. Ook zou je kunnen overwegen om dit soort gesprek schriftelijk te voeren.

Vind je het erg moeilijk om zo’n gesprek te voeren, roep dan de hulp in van een familielid of een goede vriend(in). Of denk eens aan de mogelijkheid van het inhuren van een mediator. Zoals jullie waarschijnlijk wel weten, is een mediator iemand die geen standpunt inneemt, geen oplossingen bedenkt en geen beslissingen neemt. Dat doen jullie zelf. De mediator is alleen maar begeleider en bewaker van het proces. Een door de partijen zelf gevonden oplossing is vaak beter dan een opgelegde oplossing van bijvoorbeeld een rechter. De mediator kiest geen partij, maar blijft onafhankelijk en neutraal. Een mediator die HSP’er is heeft er begrip voor dat je conflicten moeilijk en bedreigend vindt, dat je je geremd voelt in het uiten van je gevoelens en hij of zij zal zijn best doen om ervoor te zorgen dat je net zo veel gelegenheid krijgt om je verhaal kwijt te kunnen als de persoon met wie je een conflict hebt.

Ten slotte wijs ik je er dan nog graag op dat ik als als HSP-coach beschikbaar ben voor individuele sessies en groepswerk, terwijl ik als bij het NMI-geregistreerde mediator gekwalificeerd ben om bij relatieconflicten te bemiddelen. Neem voor verdere informatie contact op via: coachkarina@gmail.com of bel: 030-6954774


donderdag 6 oktober 2011

Bouw je muren of bouw je bruggen?

‘We bouwen muren in plaats van bruggen. Geen wonder dat we ons eenzaam voelen.’
Soms heb je van die uitspraken die je echt treffen, en dat overkwam me met dit citaat van Joseph Newton. Zoals jullie misschien wel weten verzamel ik uitspraken waardoor ik me als HSP’er voel aangesproken, en in dat opzicht is dit echt een juweeltje.


Vanaf onze geboorte tot in onze kleuterjaren zijn we totaal open naar de wereld toe. We zuigen alles met grote gretigheid in ons op en hebben nog geen last van oordelen en van die akelige stemmetjes die ons voortdurend laten kiezen tussen wat ons in een bepaalde context als goed of slecht voorkomt. In die fase vertrouwen we nog volledig en zonder ook maar één vraagteken op de volwassenen die ons verzorgen en die over onze veiligheid waken. Alles wat we in onze eerste levensjaren doen –onderzoeken, leren, luisteren en zeggen- doen we vanuit het hart en vanuit de zuiverheid van het kind.


 Beetje bij beetje worden we ‘wijzer’. Als HSP’er komen we er al snel achter dat er een aantal dingen zijn die ons niet al te best bekomen. Maar toch, er zit niets anders op dan je zo goed en zo kwaad als het gaat aan te passen, ook al doet het af en toe flink pijn. Denk in die zin maar eens aan al die vriendjes en vriendinnetjes die we hadden en die ons vertrouwen uiteindelijk toch niet helemaal waard bleken te zijn. Voor wat die vriendjes en vriendinnetje betreft gaat onze voorkeur doorgaans uit naar de wat rustigere kinderen en hebben we het niet zo op met de echte druktemakers. Als kleuter, en later misschien ook nog wel, moeten we relatief snel huilen, zijn we snel moe en trekken we ons alles –vooral de onrechtvaardigheden- sterk aan.

 Het is niet ondenkbaar dat we thuis te horen krijgen dat we ons niet zo moeten aanstellen, dat het leven nu eenmaal zo is. Op school worden we mogelijk uitgemaakt voor verlegen of voor ‘schijtlaars’. Misschien zijn we ook wel het slachtoffer van pesterijen. We krijgen klapjes en klappen te incasseren, en daarbij het zijn vooral de emotionele opdonders die diepe sporen achterlaten in onze tere kinderziel. En omdat we steeds minder kunnen rekenen op de bescherming van onze volwassen verzorgers, zit er meestal niets anders op dan dat we onszelf gaan beschermen, en dat doen we dan door het optrekken van een denkbeeldige muur waarachter we ons gevoelige ikje kunnen verstoppen.

En als die muur eenmaal staat, kunnen er twee dingen gebeuren. Aan de ene kant heb je HSP’ers die het vermogen hebben hun eigen wezen veilig achter die muur te houden en daar te verzorgen en te voeden, terwijl ze zich naar buiten toe sterker en minder gevoelig voordoen. Ja, heus, er zijn HSP’ers die dat kunnen. Maar je hebt ook HSP’ers die zich voortdurend achter die muur verschuilen omdat ze met de beste wil van de wereld niet de kracht kunnen opbrengen om erachter vandaan te komen en zich te verbinden met de wereld die voor hen gelijk staat aan intens lijden. Door mijn werk als coach ken ik beide types, maar het zal duidelijk zijn dat de meerderheid van hooggevoelige mensen zich ergens tussen deze beide uitersten in bevindt en dat velen geleerd hebben zich meer of minder zichtbaar op te stellen al naar gelang het gezelschap waarin zij zich bevinden en de mate van vertrouwdheid die daarvan deel uitmaakt.

De muur als gereedschap om jezelf achter terug te trekken is voor een HSP’er echter een vertrouwd mechanisme, en een rechtstreeks gevolg van jezelf op die manier ‘verstoppen’, is eenzaamheid. De PAS die zijn ware ik met zijn rijke innerlijk leven slechts achter de muur durft te ontmoeten omdat hij de buitenwereld een sterk gezicht laat zien, is even eenzaam als de zich steevast verschansende hooggevoelige die het wereldleed ondraaglijk vindt .

Een hooggevoelige toont zijn ware ik doorgaans niet zomaar. Laat vooral niet zien wie je echt bent, want daarmee maak je je onnodig kwetsbaar, is zijn motto. Hij heeft geleerd dat het verstandiger is om jezelf te beschermen dan om met een ander mens echt contact te maken. Hij heeft geleerd om veelmeer op de muur (veiligheid) te vertrouwen dan op onze behoefte als mens om lief te hebben, bemind te worden en gerespecteerd te worden zoals we zijn. En dat beseffende, is het dan zo gek dat er zo enorm veel mensen verschrikkelijk eenzaam zijn?


Hoe zou je het vinden om die muur af te breken en dezelfde stenen te gebruiken om er, steentje voor steentje, een brug van te bouwen?


Als jij zo’n HSP’er bent die achter een muur leeft, dan is het logisch dat dit je enige referentie is – want wie veilig verschanst leeft doet niet echt mee aan het leven. Veilig beschut achter je muur gaat het leven als het ware aan je voorbij. Veilig, van achter je muurtje, is het ook heel gemakkelijk om de rest van de wereld de schuld te geven van al je problemen – immers, je zult alles wat je overkomt als een aanvalop jouw persoon beleven. Je hebt een waanzinnige behoefte aan liefde en respect, maar ondertussen word je alleen maar eenzamer. Als je verstopt achter je muur leeft kunnen de anderen je niet zien, en als je niet te zien bent (je láát je immers niet zien), hoe kan iemand dan ooit van je houden? Net zo, als je niemand binnenlaat, kun je ook niet zien hoe de ander in werkelijkheid is. Je dénkt dat je de anderen ziet, maar de muur leidt tot een vertekend en onvolledig beeld.

Iedereen is zoals hij is, iedereen is verantwoordelijk voor zijn daden, voor zijn gedachten en voor zijn gevoelens. Vanuit die optiek is het misschien een goed idee om de brug te gebruiken als gereedschap om, als gelijke tot gelijke, met elkaar contact te maken. De hooggevoelige mens is van nature empatisch, maar echt luisteren is toch vaak iets wat nog geleerd moet worden. Een goed begin in die zin is een oprechte en diepe belangstelling voor de mens met wie je in gesprek bent of wilt komen; noem het een gezonde nieuwsgierigheid. Maar wees vooral ook empathisch en belangstellend naar jezelf toe. Oordeel niet te hard, want leren gaat met vallen en opstaan. Een muur verandert heus niet in één dag in een brug: het is een proces.

Ik zeg niet dat het een pijnloos proces zal zijn. Groeipijnen horen erbij. En ik zeg óók niet dat iederéén je beste vriend of vriendin moet worden, maar probeer nu eens de positieve punten van een ander te ontdekken in plaats van al die negatieve kanten die je zo graag anders zou willen zien omdat je er zo onzeker van wordt. En ja, echt, iederéén heeft positieve kanten.

Blijf je je verschansen achter je muur omdat dat zo lekker veilig voelt, dan is de kans groot dat je je eenzaam zult blijven voelen. Maar durf je het aan de brug te bouwen, dan zal die eenzaamheid geleidelijk aan verdwijnen. En dat brengt me bij een ander, overbekend citaat van Gandhi:

‘Wil je de wereld veranderen, begin dan bij jezelf.

dinsdag 13 september 2011

"Ik ben hoogsensitief"

"Ik ben hoogsensitief" is een mooi, teder verslag van een hooggevoelig meisje.
Je mag dit filmpje kopiëren, verspreiden en doorgeven als je TV.Klasse vermeldt als bron en linkt naar het filmpje op de website van Klasse.

woensdag 7 september 2011

HSP, AD(H)D en PDD-NOS, temperament of stoornis?

Enkele dagen dagen kreeg ik een artikel onder ogen dat mijn aandacht trok. Het betreft een doctoraalscriptie van B.D.H. de Jong uit 2010 doctoraalscriptie waarin deze stilstaat bij het feit dat er voor wat Europa betreft vooral in Nederland steeds meer kinderen met een stoornis als AD(H)D en/of PDD-NOS worden gediagnosticeerd. De Jong vroeg zich af of dit te maken heeft met het “rugzakje” en de bijbehorende voordelen, of dat er misschien iets anders aan de hand is. Wat is, zo vraagt hij zich af, eigenlijk de relatie tussen hooggevoeligheid en AD(H)D en PDD-NOS? Is er in alle gevallen sprake van een stoornis?Wat duidelijk uit het onderzoek blijkt is dat hooggevoelige kinderen opvallend hoger scoren op ADHD en ADD, en ook op de problematiek van PDD-NOS, dan niet hooggevoelige kinderen. Bovendien bestaat er een sterke overlap in het gedrag van de HSP’ers en het profiel dat bij de betreffende stoornissen hoort. Maar hoe duidelijk is duidelijk? De diagnostiek zoals deze momenteel gehanteerd wordt lijkt tot niet geheel eenduidige resultaten te komen, en in die zin is het waarschijnlijk geen al te vergezochte gedachte dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat kinderen het stempel van AD(H)D of PDD-NOS krijgen opgedrukt terwijl ze ‘alleen maar’ hooggevoelig zijn en niet goed met die hooggevoeligheid om kunnen gaan.
‘Waakzaamheid tijdens de diagnostiek,’ zegt de Jong uiterst terecht, ‘is geboden.’ Hij geeft bovendien aan dat ‘de diagnostiek zich vooral richt op het identificeren van symptoomgedragingen en geen nader onderzoek verricht naar de oorzaak van de stoornis of ziekte.’
Luidt de diagnose AD(H)D of PDD-NOS, dan komt een kind in aanmerking voor een ‘rugzakje.’ Aan het rugzakje kleven voor- en nadelen. Een rugzakje is positief in de zin van recht op speciaal onderwijs en extra zorg. Dat is uiteraard mooi meegenomen, en helemaal wanneer het kind inderdaad een stoornis heeft. Maar een kind dat hooggevoelig is en het stempel van een mentale stoornis krijgt opgeplakt, gaat zich naar dat stempel gedragen en zal onderpresteren. Het is nu eenmaal zo dat een label stigmatiseert. En dan hebben we het nog niet eens over de medicatie. Ik ben niet degene om te beoordelen of het correct is om een kind met ADHD Ritalin of andere geneesmiddelen voor te schrijven, maar het mag duidelijk zijn dat middelen met sterke bijwerkingen niet gegeven behoren te worden aan een kind dat ‘alleen maar’ hooggevoelig is.
Het lijkt me geen slecht idee om bij een diagnose van een mentale stoornis op zijn minst één second opinion te vragen. En in alle eerlijkheid is het misschien ook geen slecht idee om bij het oordeel “hooggevoeligheid” heel alert te blijven en goed te observeren. De verschillen mogen dan klein zijn, de gevolgen zijn dat zeker niet.

vrijdag 5 augustus 2011

Ben je impulsief of juist niet?

‘Ik draaf vaak door en ben dan niet te stoppen. Dan heb ik ergens mijn zinnen op gezet, en rust ik niet voor ik het ook heb. En vervolgens komt vaak de spijt. Is dit soort impulsieve gedrag wel normaal voor een HSP’er?’ Met deze vraag verscheen Nuria op haar eerste consult.


Ze is niet de eerste die bij me komt met een vraag over impulsiviteit, en zo op het eerste gezicht lijken impulsief gedrag en hooggevoeligheid niet bij elkaar te passen. Sterker nog, het lijkt zelfs met elkaar in tegenspraak. Laten we eens kijken hoe het zit.

Aan de ene kant hebben we te maken met het beeld van de HSP’er die erg lang nodig heeft voor hij zover is dat hij een beslissing kan nemen. Dat komt dan doordat hij zo’n enorme hoeveelheid sensoriale informatie binnenkrijgt dat hij door de bomen het bos niet meer kan zien en blokkeert. Het enige wat hij in zo’n geval kan doen is zich terugtrekken, rusten, een eind gaan lopen of iets dergelijks om alle gegevens te verwerken en een plaatsje te geven. Afstand nemen van de brei aan informatie zorgt er vaak voor dat je de boel vanuit een nieuwe invalshoek kunt bekijken en er ineens toch weer greep op krijgt. Het kan echter ook voorkomen dat de lijst van voor- en tegens zólang wordt dat je opnieuw overweldigd raakt, blokkeert en ervoor kiest om de belissing op de lange baan te schuiven.

En dan nu het geval van Nieves. Ze had echt last heeft van haar impulsiviteit en ze vertelde hoe ze er meer dan eens door in de problemen kwam. Het gebeurde regelmatig dat ze dingen kocht die ze eigenlijk helemaal niet wilde hebben of nodig had, en bovendien was ze ‘in een opwelling’ getrouwd met een man van wie ze, zo bleek al snel na het huwelijk, helemaal niet hield. In de loop van de coachingssessies kwamen we erachter hoe ze, wanneer ze iets tegenkomt dat beantwoordt aan een –vermeende- behoefte of noodzaak van haar (natuurlijk betreft het in de meeste gevallen een behoefte of noodzaak waar ze zich niet ècht van bewust is) ze zichzelf bij wijze van spreken al meteen heerlijk ontspannen met een fijn boek op die mooie nieuwe bank ziet zitten, of dat ze zich al helemaal die superinteresante opleiding ziet doen die ze zich werkelijk helemaal niet kan veroorloven, of dat ze de heerlijkste lange wandelingen maakt met een hond die in de publicatie van het plaatselijke asiel haar aandacht trok en waarvoor ze natuurlijk helemaal geen tijd heeft. En dan hebben we het nog maar niet eens over dat ze zich al meteen stralend gelukkig getrouwd zag met de man die ze nog maar net kende en van wie ze heel zeker wist dat hij haar ware Jacob was. De man die een emotionele chanteur met wel erg losse handen bleek te zijn.

Een HSP’er beschikt in de regel over een grote dosis fantasie. Dat is een kwaliteit die hem of haar juist tot levenskunstenaar kan maken. Veel HSP’ers hebben vaak uitstekende en geïnspireerde ideeën. Maar wanneer we zo’n idee, zo’n intuïtie, rechtstreeks omzetten in de daad zonder eerst eens te kijken of de boel wel haalbaar is, lopen we een flink risico ons te vergissen.

We danken ons menszijn aan het feit dat we over drie zielekwaliteiten beschikken: het vermogen om te denken, het vermogen om emoties te beleven en het vermogen om gedachten en emoties om te zetten in daden. In het ideale geval zijn deze drie facetten met elkaar in evenwicht. Gevoelens geven aanleiding tot gedachten, gedachten geven aanleiding tot handelen en omgekeerd. Zeggen we ‘gevoelens’ dan denken we daarbij aan het hart, zeggen we ‘handelen’ dan denken we aan de ledematen en zeggen we ‘denken’ dan denken we natuurlijk aan het hoofd.

Hebben we het over een ‘evenwichtig iemand’ dan hebben we het in feite over iemand die leeft vanuit een innerlijke balans tussen zijn gevoelsleven, zijn manier van denken en zijn optreden. Een verstoring in deze balans kan situaties zoals die van Nieves tot gevolg hebben, maar ook het beeld van de ‘eeuwige twijfelaar’ opleveren. De meeste HSP’ers hebben een rijk gevoelsleven, sterker nog, het zijn vaak mensen die zich in eerste instantie laten leiden door hun gevoel. Hun gevoel is hun motor, kunnen we zeggen. Het valt niet mee om een evenwicht te bereiken wanneer je al veel van de tot je beschikking staande krachten weggeeft aan heftige emoties (want die vreten kracht!), en vaak zien we dan ook nog dat de krachten die overblijven niet evenredig verdeeld worden over de andere twee gebieden –die van het denken en die van het handelen- maar als het ware naar één kant worden gezogen. Dit leidt dan tot een eenzijdigheid in de zin van dat iemand blokkeert door een te veel peinzen zonder dat er een beslissing kan worden genomen (voelen en denken zonder handelen), of wel dat iemand juist heel impulsief is (voelen en handelen zonder denken).

Terugkerend naar de vraag van Nuria, of impulsief gedrag normaal is voor een HSP’er, moeten we zeggen dat het een mogelijkheid is, dat er inderdaad impulsieve HSP’ers zijn, maar dat in de praktijk de meeste hooggevoeligen toch naar de andere variant, die van de aarzelaar, neigen. Wat ook voorkomt is dat je als HSP’er nu eens het ene gedrag, en dan weer het andere gedrag vertoont, afhankelijk van het soort situatie waarmee je geconfronteerd wordt.

In beide gevallen hebben we te maken met een verstoorde balans waar, gelukkig, iets aan de doen valt. Er bestaan coachingstechnieken en vormen van (kunstzinnige) therapie die uitermate geschikt zijn voor het terugvinden van het innerlijk evenwicht. De eerste stap is echter dat je je bewust wordt van wat er innerlijk bij je speelt, dat je je manier van reageren leert herkennen en bekijkt wanneer dit zich voordoet en onder welke omstandigheden.

Mocht je een hooggevoelige coach zoeken die je kan helpen bij het hervinden van je innerlijk evenwicht, aarzel dan niet om vrijblijvend contact met mij op te nemen.

donderdag 14 juli 2011

Trend

De almaar sterker wordende trend van (zeer) kortstondinge relaties en oppervlakkige seks om de seks alleen is, op intermenselijk niveau, hetzelfde als de aanschaf van wegwerpprodukten op het materiële vlak.

vrijdag 1 juli 2011

De HSP'er verliefd

Deze maand vindt op Mallorca de tweede ontmoetingsdag voor HSP’ers plaats. De eerste, begin juni, was een groot succes. Het thema toen was HSP’ers en conflict, deze maand zal het over de hooggevoelige mens en de relatie gaan. Mocht je 30 juli toevallig op Mallorca zijn en heb je zin om andere HP’ers te ontmoeten, aarzel dan niet om je ook aan te melden. Op deze blog vind je meer informatie.

Vooruitlopend op de ontmoetingsdag is het misschien een goed idée om alvast eens een beetje naar het thema van hooggevoelig en relatie te kijken, en dan in het bijzonder naar de eerste fase daarvan, die van de verliefdheid.

De meeste HSP’ers worden gemakkelijk verliefd, en dat is een feit. Onderzoek heeft uitgewezen dat de liefde sneller opvlamt bij mensen die emotioneel gespannen zijn. Vrijwel iedereen –man of vrouw, HSP’er of niet- die op wat voor manier dan ook gestresst is verpandt zijn hart sneller aan een ander dan hij of zij dat onder normale omstandigheden zou doen. Wat we ook weten is dat een HSP’er gemiddeld veel meer zintuiglijke input te verwerken krijgt en dat hij op grond daarvan eerder in een toestand van stress terecht zal komen. En als een HSP’er in verhouding tot een niet-HSP’er al bij relatief weinig prikkels gestrest raakt zal hij dus sneller en gemakkelijker verliefd worden. 
 
Een ander gegeven is dat er ook veel HSP’ers die voortdurend op zoek zijn naar de Ware Liefde. Ze rollen van de ene verliefdheid in de andere en eigenlijk voelen ze zich alleen maar prettig als ze verliefd zijn. De HSP’er zoekt in de regel naar diepere contacten, naar een relatie met een diepe verbondenheid, naar een versmelting met de Grote Liefde. Let wel, ik heb het over de overgrote meerderheid, want ik ken ook HSP’ers die liever alleen zijn omdat ze een of meer slechte ervaringen hebben gehad, omdat ze de enorme opwinding niet aan kunnen of omdat het intieme contact op de een of andere manier ondraaglijk voor ze is. Bij die laatste groep speelt vooral het feit dat de huid bij lichamelijke opwinding zo sterk overprikkeld raakt dat intiem contact onaangenaam pijnlijk is.

Maar, zoals ik al zei, de meeste hooggevoeligen zijn graag verliefd. Ze zoeken onvermoeibaar naar hun zielenmaatje; ze zijn ervan overtuigd dat die ergens op hen wacht en ze rusten niet alvorens ze hem of haar gevonden hebben. ‘Je leven heeft pas zin als je het met iemand kunt delen,’ lijkt hun motto.

Je zou een HSP’er romantisch kunnen noemen, en hij of zij is een gemakkelijke prooi voor iemand die hem –zelfs maar een beetje– aandacht schenkt. Het zal je als HSP’er meer dan eens overkomen zijn dat deze “aandachtschenker” (die je mogelijk zelfs voor soulmate aanzag) qua karakter, levensstijl, bedoelingen, enzovoort, uiteindelijk absoluut geen passende partner bleek te zijn. Aanvankelijk zag je alleen de goede en aantrekkelijke kanten maar en kon je, hoewel je echt je best deed, niets van een schaduw ontdekken. (Nou ja, misschien zag je wel een of twee dingetjes die je niet bevielen, maar die redeneerde je met het grootste gemak zo snel mogelijk weer weg). En ja, het doet pijn wanneer een relatie op de klippen loopt, ook al weet je verstand dan nog zo goed dat je je vergist hebt en dat je beter alleen kunt zijn dan met iemand die je alleen maar ongelukkig maakt. En, laten we eerlijk zijn, het valt ook niet mee om te erkennen dat je je vergist hebt en het is doorgaans lastig om de ander helemaal los te laten. De gedachte aan weer alleen te moeten zijn maakt je er niet vrolijker op en als je iemand bent die snel wegzakt in zijn emoties moet je bovendien oppassen dat je niet in een depressie raakt.

Ik geef toe dat het geschetste beeld geen aantrekkelijk plaatje is. Het is bovendien ook nog eens behoorlijk zwart-wit. Ik weet natuurlijk best dat er uitzonderingen zijn, en gelukkig maar! Wat ik met weinig woorden heb willen laten zien is dat het de HSP’er in de regel niet makkelijk valt zijn of haar persoonlijke grenzen te bewaken en dat hij een hele sterke neiging heeft zich in de ander te verliezen en zichzelf daarbij kwijt te raken. Een van de meest voor de hand liggende situaties om jezelf te verliezen is de verliefdheid. En als je jezelf kwijt bent, als je jezelf geen aandacht meer schenkt, als je alleen nog maar leeft en denkt voor de man of vrouw van je dromen, dan bewijs je jezelf daarmee een slechte dienst. Je verliest het respect voor jezelf. Je bent een geweldig mens, iemand die heel veel te geven heeft, maar je kunt alleen blijvend aan een ander geven als je op de eerste plaats aan jezelf denkt. Om de liefde te kunnen vinden moet je eerst van jezelf houden, en dat heeft niets met egoïsme te maken. Het heeft te maken met stevig in je eigen Ik staan, met in je centrum te zijn. Wanneer je in je eigen Ik staat kun je je ruimte en je grenzen bewaken. Je neemt de tijd voor jezelf die je nodig hebt en je blijft de dingen voor jezelf doen je je als HSP’er nodig hebt. Realiseer je altijd dat een hooggevoelige meer tijd nodig heeft om zijn batterijen op te laden dan iemand die minder gevoelig is. Neem die tijd. En dan nog iets: heb geen haast. Stort je niet halsoverkop in een nieuw avontuur, gún jezelf de ruimte om een ander te leren kennen. Probeer dat enorme verlangen van je dat je vaak zo impulsief doet beslissen, voor te zijn en hou je terug. Kijk. Observeer. Eerst vriendschap, dan meer (of niet, natuurlijk). Geniet van het langzaam groeiende vertrouwen, van het ontdekken van steeds nieuwe dingen. Geniet, speel en flirt alvorens je met hart en ziel aan een ander te schenken. Wil je een blijvende relatie, dan is het dit waard. Echt, het is het waard als je jezelf nog weer een teleurstelling en het bijbehorende verdriet wilt besparen.

En je weet het, als coach die gespecialiseerd is in HSP’ers en in relaties, kan ik je helpen op het gebied van de vele manieren waarop je gevoeligheid je parten speelt in het contact met de mensen om je heen. Ik kan je ook behulpzaam zijn bij het opstellen van een plan om je soulmate te vinden. Heb je een vraag, stuur me dan gerust een mail en ik help je met plezier.

woensdag 8 juni 2011

HSP en Emotionele afhankelijkheid in de relatie

Emotionele afhankelijkheid betekent dat je ‘iets’ van buiten jezelf nodig hebt om je fijn en prettig te voelen. Zo kun je bepaalde stoffen (bv chocola, alcohol of drugs) nodig hebben om een bepaald pijngevoel te onderdrukken. Je kunt verslaafd zijn aan TV-kijken, geld uitgeven of gokken om de innerlijke leegte te vullen.
Afhankelijkheid van iemands liefde, goedkeurig of aandacht komt doorgaans voort uit een diep menselijke behoefte aan erkenning. Veel HSP’ers neigen ertoe zichzelf in een relatie te verliezen en hun geluk en welzijn in de handen van hun partner te leggen. Ze voelen zich veilig en bemind zolang de ander, de partner, hen laat blijken dat er van ze wordt gehouden. Om maar zo veel mogelijk van dat soort bewijzen te krijgen (en naarmate een relatie voortduurt heeft zo’n HSP’er steeds méér en overtuigender bewijzen nodig) cijfert hij of zij zichzelf steeds meer weg, waarmee hij of zij steeds meer van zichzelf aan de ander prijsgeeft. Waar aanvankelijk nog iets van evenwicht was, raakt dat evenwicht steeds verder verstoord. De HSP’er zal zich steeds onzekerder gaan voelen omdat de bewijzen op den duur minder zullen worden aangezien de partner vrijwel nooit aan de groeiende verwachting kan voldoen.
Ergens bij willen horen behoort tot de primaire menselijke behoeften. Datzelfde geldt voor de behoefte aan waardering. We willen aardig gevonden worden, we willen dat er van ons wordt gehouden. Als er van ons wordt gehouden voelen we ons veilig. Als we aardig worden gevonden, voelen we ons sterk. Maar als we ons gevoel van veiligheid en eigenwaarde van anderen laten afhangen, dan maken we de buitenwereld verantwoordelijk voor iets waar we in feite zelf voor zouden moeten zorgen. Het zit er bovendien dik in dat de buitenwereld je nooit blijvend datgene zal geven –áls de buitenwereld je het al geeft- wat je nodig hebt.
Wat kun je doen om je emotionele afhankelijkheid te overwinnen en zelf verantwoording te nemen voor je emotionele welzijn?
Laten we als eerste eens naar onze gevoelens kijken. Om te beginnen is het goed om te beseffen dat onze gevoelens voortkomen uit onze eigen gedachten, uit wat we geloven en uit ons eigen gedrag. Uit ervaring weet ik dat veel mensen, en daarbij maakt het niet uit of ze nu wel of niet hooggevoelig zijn, het moeilijk vinden om te aanvaarden dat onze gevoelens niet door door anderen of door uiterlijke omstandigheden worden veroorzaakt. Soms wil men er in gedachten wel aan dat dit zo is, maar het blijkt veelal moeilijk om het ook daadwerkelijk zo te beleven, laat staan dat ernaar wordt gehandeld. Maar pas wanneer je op die drie niveaus –dat van de gedachten, dat van de beleving en dat van het toepassen ervan- begrijpt en aanvaardt dat je emoties voortkomen uit jezelf in plaats van dat ze door een ander zouden zijn veroorzaakt, kun je beginnen met het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens.
Stel dat iemand die veel voor je betekent boos op je is. Ben je emotioneel afhankelijk, dan zul je je afgewezen voelen terwijl je aanneemt dat dit gevoel van afgewezen zijn voortkomt uit de woede van de ander. Afgezien van afgewezen, is de kans groot dat je je ook gekwetst, bang, ontoereikend of beschaamd voelt. Of dat je zelf boos wordt. Misschien ga je, als HSP’er, wel extra je best doen om de ander te bewijzen dat je zijn liefde waard bent. Dat doe je dan voornamelijk om je zelf beter te kunnen voelen. Om jezelf gerust te kunnen stellen.
Wie echter emotioneel onafhankelijk is, die zal heel anders reageren. Zo zou je als eerste kunnen denken dat de woede van je partner niets met jou persoonlijk te maken heeft. Misschien heeft die ander wel hoofdpijn, of heeft hij iets naars meegemaakt en reageert hij zich alleen maar af op jou omdat jij toevallig in de buurt bent. Of misschien voelt die ander zich wel ontoereikend en probeert hij zich beter en sterker te voelen door jóu het gevoel te geven dat je niet deugt. Wát ook de reden mag zijn van de boosheid van die ander, het heeft niets met jou te maken en daarom hoef je het ook niet persoonlijk op te vatten. Je kunt immers geen invloed uitoefenen op de gevoelens en het gedrag van iemand anders, want net zoals jij zelf verantwoordelijk bent voor je eigen gevoelens en je eigen gedrag, is de ander dat ook.
Dus in plaats van jezelf ellendig of minderwaardig te voelen, of in plaats van zelf boos te worden, zou je een beroep kunnen doen op je inlevingsvermogen en iets kunnen zeggen in de geest van: ‘Ik ben niet blij met die boze uitval van je, maar ik wil graag van je horen waaróm je zo van streek bent. Zou je erover willen vertellen?’ Vaak is zo’n uitnodigend gebaar al voldoende om de ander te laten kalmeren, maar het gebeurt ook wel eens dat iemand alleen nóg maar bozer wordt. In dat laatste geval zou je nog een stapje verder kunnen gaan, en kunnen zeggen: ‘Ik heb geen behoefte aan die woede van jou. Wanneer je zo ver bent dat je erover wilt praten, kun je me dat laten weten. Ik ga ondertussen iets anders doen.’ Wie emotioneel onafhankelijk is, verwijdert zichzelf uit de vuurlinie in plaats van te proberen het gedrag van de ander te veranderen.
En als je je dan uit de vuurlinie hebt teruggetrokken, is het zinvol om naar je eigen emoties te kijken. Misschien voel je je verlaten als gevolg van de aanval van de ander. Of verdrietig. Dat is begrijpelijk, maar je weet dan dat dit jouw gevoel is, een gevoel dat uit jezelf voortkomt. Het is niet de schuld van de ander dat je je eenzaam of verdrietig voelt. Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gevoelens en probeer ze niet weg te stoppen of de ander er de schuld van te geven. Ze zijn reëel en je doet er goed aan om te kijken naar waar ze vandaan komen. Als je dat doet kun je ze ook gemakkelijk weer loslaten, waardoor je je weer veilig en bemind zult voelen.
Hoe meer je gaat beseffen dat je gevoelens uitsluitend met jou zelf te maken hebben en uit je eigen binnenwereld afkomstig zijn, dat je emoties je eigen verantwoordelijkheid zijn, en hoe meer je je daar in je beleving van bewust wordt en ernaar kijkt, des te sterker en onafhankelijker je zult worden. Emotionele autonomie maakt je tot een vrij mens dat vanuit die innerlijke vrijheid liefde en waardering kan geven en ontvangen.

zondag 8 mei 2011

HSP en werk

Het is helaas geen uitzondering dat hooggevoeligen overwerkt raken. Ik weet het niet zeker, maar het zou me niets verbazen als bleek dat er onder de hsp’ers gemiddeld meer gevallen van burnout voorkomen dan onder de veel grotere groep van mensen met een doorsnee gevoeligheid. De vraag die dan natuurlijk meteen opkomt is, waaróm dat zo is.

Laten we eerst eens kijken naar de manier waarop de meeste hooggevoeligen zich opstellen in hun werk. De hsp’er is vooral dienstbaar en doet als gevolg daarvan vaak veel meer dan aanvankelijk van hem of haar verwacht wordt. Hij of zij vindt het heel normaal om klusjes van collega’s over te nemen wanneer hij ziet dat een ander ergens mee worstelt. Hoe langer hij dit blijft volhouden, des te vaker zijn omgeving een beroep op hem zal doen. Op den duur gaat men het heel gewoon vinden dat deze hulpvaardige collega allerlei klussen opknapt en wordt er zelfs negatief gereageerd als deze aardige man of vrouw aangeeft dat hij of zij deze keer dat extra werk er echt niet bij kan hebben. Dienstbaarheid is een valkuil die je uiteindelijk kan opbreken.

Veel hsp’ers vinden het moeilijk om nee te zeggen, en ze voelen zich snel schuldig. Je kunt beter ja zeggen, helpen en meer hooi op je vork nemen dan je in feite aankunt, denken ze, dan iemand teleur te moeten stellen en je daarover dan ellendig of egoïstisch te voelen.

Anderen willen helpen is zondermeer een positieve karaktertrek. Mensen die helpen worden ook aardig gevonden, en uiteindelijk is het ook een heel menselijke behoefte om bij anderen in de smaak te willen vallen. Er is echter een verschil tussen willen helpen en jezelf wegcijferen. Wie er een gewoonte van heeft gemaakt zichzelf weg te cijferen is een goede kandidaat voor een burnout.

Wie meer uitgeeft of aan anderen cadeau geeft dan je kunt opbrengen, komt in de problemen. Dat gaat op voor geld, maar het gaat net zo goed op voor de hoeveelheid lichamelijke energie die je tot je beschikking hebt. Je kunt best wel eens een nachtje toe met minder slaap, en twee nachtjes gaat ook nog wel. Maar een hsp’er die langere tijd achtereen te weinig slaap krijgt, wordt snel zenuwachtig en kriegel. Je krijgt dan het gevoel dat je er niets meer bij kunt hebben. En dat is ook zo. Wil je niet ziek worden of overspannen raken, zul je aan dat signaal gehoor moeten geven.

Een hooggevoelige krijgt voortdurend een hoge dosis aan indrukken te verwerken. De tijd om al die prikkels een plekje te geven is beperkt. Je hebt meer tijd nodig dan een doorsnee mens, en omdat onze maatschappij op die doorsnee mens is ingesteld, is de kans groot dat je die extra tijd gewoon niet krijgt. Uit de praktijk blijkt dat  maar weinige hsp’ers zichzelf toestaan om af en toe eens even te kunnen pauzeren, even een eindje te kunnen gaan lopen, te mediteren of een simpele ontspanningsoefening te doen. (Wie daartoe wèl kans ziet zou deze met beide handen moeten aangrijpen!) Slaap is heel belangrijk om al die prikkels die overdag niet verwerkt konden worden alsnog te verwerken. Raak je achterop met slapen, dan stapelen al die onverwerkte indrukken zich op. En dat geeft stress. Opgestapelde stress leidt tot burnout, en burnout is een ziekte die een lange genezingstijd vergt.

Er is een verschil tussen egoïsme om er zelf beter van te worden en gezond egoïsme. Gezond egoïsme is voor een hsp’er: goed voor jezelf zorgen. Let erop dat je niet meer weggeeft dan je opnieuw kunt genereren. Let erop dat je voldoende rust en slaap krijgt. Goed en gezond eten hoort in hetzelfde rijtje. Leer nee te zeggen als je voelt dat iets je te veel wordt. Als je het moeilijk vindt om ronduit nee te zeggen, probeer het dan eens met zinnetjes als: ‘Mag ik daar even over nadenken?’ ‘Vind je het erg als ik eerst mijn eigen werk afmaak? Als ik dan nog tijd over heb, dan wil ik je met alle plezier helpen.’ Dat zijn geen kwetsende antwoorden, dat zijn beleefde en vriendelijke manieren om een beetje ruimte voor jezelf in creëren. In die ruimte zit de mogelijkheid om op een later moment alsnog te beslissen of je iemand wilt helpen of niet. Je krijgt de kans om bij jezelf na te gaan of je de energie ervoor kunt of wilt opbrengen en je kwetst er niemand mee.

Mocht je deze nieuwe houding willen oefenen, dan stel ik mij als coach graag beschikbaar.

woensdag 6 april 2011

Begrijpen we elkaar eigenlijk wel?

Hoe komt het toch dat we elkaar zo vaak niet begrijpen? Spreken we dan niet dezelfde taal? Vanuit het Engels overgewaaide uitspraken als ‘Welk deel van nee begrijp je niet?’ wijzen erop dat zelfs een simpel ja of nee niet altijd overkomt zoals de spreker dat bedoelt en ook zou wensen,  natuurlijk. 

Om te beginnen is het zo dat de meeste mensen wel eens ja zeggen als ze nee bedoelen. Dat er ‘ja’ over je lippen komt wil nog niet zeggen dat je ook ‘ja’ denkt. Als je ‘ja’ zegt en ‘nee’ denkt, zit het er dik in dat je lichaam ‘nee’ tot uitdrukking brengt. Als we bedenken dat uit onderzoek is gebleken dat een boodschap slechts voor iets van 30%  uit verbale taalinhoud en maar liefst voor 70% uit lichaamstaal bestaat, zal duidelijk zijn dat je als ontvanger vooral de denkversie van iemands boodschap meekrijgt en niet zozeer wat hij nu feitelijk zegt. Als je dan ook nog HSP’er bent, is de kans heel erg groot dat de lichamelijke mededeling of de werkelijke intentie van de spreker, voor jou nóg zwaarder weegt dan voor iemand met een doorsnee gevoeligheid.

Het gaat nog verder. Niet alleen ‘luistert’ de ontvanger dus meer naar iemands lichaamstaal, hij luistert ook nog eens door zijn eigen filters. Misschien wíl je juist wel ‘ja’ horen, of juist ‘nee.’ Misschien verwácht je ‘ja’ te zullen horen, of ga je er zondermeer van uit dat iemand ‘nee’ zal zeggen. Tel het effect van de filter op bij de intentie achter de gesproken taal en je hebt een conflict. Zo simpel is dat.

‘Oké, oké, hij zei dan wel nee, maar ik weet dat hij in werkelijkheid ja bedoelde.’ Wie HSP’er is en dit leest kent zo’n soort uitspraak misschien wel van zichzelf. Je zult de eerste niet zijn. Invullen voor de ander is de meeste HSP’ers niet vreemd. Je hebt geleerd op je intuïtie te vertrouwen, en hoewel je daar in de regel goed mee zit, kunnen je de plank ook behoorlijk mis slaan. Of misschien zit je er níet naast, maar om zomaar iets voor iemand anders in te vullen is doorgaans toch niet zo’n best idee. In zo’n geval kun je beter even checken. ‘Ik hoor je nee zeggen, maar op de een of andere manier heb ik het gevoel dat je ergens toch ja bedoelt. Klopt dat, of vergis ik mij?’ Helderheid, vragen om verduidelijking kan heel wat misverstanden of erger voorkomen.

Vreemd genoeg kost het moeite om zo’n vraag te stellen. Ik heb het gevoel dat mensen zich schamen. Wat ik in dat opzicht vanuit mijn coachingpraktijk opmerk, is dat een HSP’er dat soort vragen lastig vindt. ‘Ja hoor, als ik dat vraag vinden ze me natuurlijk stom,’ zei Hannah. ‘Ik ben wel gek, dát ga ik niet vragen. Dan denken ze dat ik doof en achterlijk ben,’  reageerde Jordi toen ik hem voorstelde om dit soort vragen tot een gewoonte te maken. Zowel Hannah als Jordi waren bij me gekomen om beter om te leren gaan met hun hooggevoeligheid. Tijdens de coachingsessies kwam naar voren dat ze, zoals de meeste HSP’ers, snelle invullers waren. Daarbij waren ze ook onzeker en bang om fouten te maken, en wilden ze dat natuurlijk op geen enkele manier laten blijken. Hannah was vooral onzeker in haar persoonlijke relaties, terwijl Jordi, die op een succesvol advocatenkantoor werkt, er alles voor over had om partner te mogen worden, waardoor hij doodsbang was om op wat voor manier dan ook de indruk te wekken dat hij traag van begrip zou zijn, want een succesvolle advocaat is immers flitsend en snel. Zowel Hannah als Jordi raakten vaak betrokken bij misverstanden en conflicten, en ze begrepen niet hoe dan kon, immers, niemand was zo gesteld op vrede en harmonie als zij. Pas toen ze tot het inzicht kwamen dat je als HSP’er uitermate voorzichtig moet zijn met dat invullen, én dat het HSP-eigen is om een zwak zelfbeeld te hebben, konden ze aan de slag met de oefeningen die ik hen gaf. Ze leerden anders op hun intuïtie te vertrouwen waardoor ze zich zekerder gingen voelen. Wat ze ook gingen beseffen was dat vragen om verduidelijking juist een goed idee is – voor henzelf, maar ook voor degene die je een bepaalde boodschap wil overbrengen. Geen mens zal je dom vinden omdat je iets graag helemaal wilt begrijpen.
En degene die zich volledig mag uitspreken zal zich bovendien helemaal begrepen voelen. 

Niemand is gebaat bij een nare stemming, bij misverstanden of conflicten. Duidelijkheid nastreven is een goede manier om dit soort narigheid te voorkomen. Begrijpen en begrepen worden, dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait.

zondag 6 maart 2011

Over het ontstaan van conflicten


Wat is eigenlijk een conflict? Dat lijkt misschien een domme vraag, maar laat ik zeggen dat je al met iemand in conflict kunt raken om het simpele feit dat het idee dat jíj van een conflict hebt, verschilt met het beeld dat die ander ervan heeft. Een voorbeeld:
Het is een heerlijke voorjaarsdag en het is vijftien graden. Sofie en Hans praten over het weer. Sofie vindt het warm, Hans verklaart dat hij het nog wel erg fris vindt. De mening van Sofie verschilt van die van Hans als gevolg van het feit dat Sofie de temperatuur anders waarneemt dan Hans dat doet. Nu kan het gebeuren dat Sofie zich verongelijkt voelt omdat ze niet begrijpt dat Hans het niet met haar eens is en dat ze denkt: ‘O, help, conflict.’ Hans haalt alleen zijn schouders maar op en voor hem is er helemaal niets aan de hand. Als je het warm hebt trek je je jas of je trui uit. Klaar.

Het is een simpel en misschien ook wel wat overdreven voorbeeld, maar waar het me om gaat is dat het heel belangrijk is om altijd na te gaan wat bepaalde concepten –zoals in dit geval ruzie, warm of fris- voor iemand inhouden.
Dus, wat is nu eigenlijk een conflict? Er zijn talloze conflicttheorieën, maar over het algemeen kun je stellen dat er sprake is van een conflict wanneer twee of meer mensen doelen nastreven, belangen hebben of waarden voorstaan die niet met elkaar te verenigen zijn.

Terugkerend naar het voorbeeldje van Sofie en Hans, zal het duidelijk zijn dat er in hun geval geen sprake was van een conflict aangezien ze het alleen maar over het weer hadden en er geen doelen, belangen of waarden aan de orde waren. Het was hooguit een meningsverschil. Wat echter wel duidelijk is, is dat er bij conflicten sprake is van fasen die lopen van licht tot zwaar, of anders gezegd, van een meningsverschil tot oorlog. Belangrijk is wel om te beseffen dat veel conflicten beginnen met een heftige emotie. Dit aan de ene kant.

Laten we nu eens kijken naar het thema van de hooggevoeligheid. Als Sofie inderdaad zo ver gaat dat ze denkt dat zij en Hans nu ruzie hebben, dan zou het heel best kunnen dat Sofie een HSP’er is. Hoe kom ik daarbij? Omdat een HSP’er ertoe neigt om alles persoonlijk op te vatten. Zo kan hij bijvoorbeeld denken dat iemand hem expres tegenspreekt om te pesten, dat de ander hem niet voldoende respecteert of hem niet serieus neemt, enzovoort. Hij heeft vooral het gevoel dat er niet echt naar hem wordt geluisterd. Hij ervaart het als een persoonlijke aanval terwijl het dat helemaal niet is. ‘Hij spreekt me altijd tegen.’ ‘Hij luistert nooit echt naar wat ik zeg.’ ‘Mijn mening is natuurlijk weer niet belangrijk.’ ‘Ze vinden me stom, en dat ben ik natuurlijk ook.’ ‘Hij houdt niet van me.’ Allemaal gedachten die rechtstreeks voortkomen uit een gebrek aan zelfvertrouwen en die veelal samengaan met een heftige emotionele reactie.

Als we even stilstaan bij wat zich hier in werkelijkheid afspeelt, dan zien we het volgende: Sofie heeft het warm en Hans vindt het fris. Dat is alles. Sofie neemt de temperatuur op haar manier waar, en haar waarneming is een andere dan die van Hans. Hans heeft met geen enkel woord gerept over het karakter of over de persoonlijkheid van Sofie, laat staan dat hij haar niet meer zou mogen omdat zij het toevallig warm heeft en hij niet. Toch voelt Sofie zich aangevallen en blijft ze vastzitten in haar emotie van niet gehoord, gezien en gerespecteerd worden. Dit simpele verschil in waarneming kan uitmonden in een conflict, oftewel, een situatie van niets kan leiden tot een laaiende ruzie en het einde van een vriendschap of een relatie.

Wat kun je doen als HSP’er? In dit soort situaties zou je je eigenlijk altijd twee dingen moeten afvragen:

·       Wat is er letterlijk gezegd? Of: Wat is er precies gebeurd?
·       Welk deel heb ik er zelf aan toegevoegd? Of: Wat heb ik er zelf bij gedacht vanuit de emotie die het gebeuren bij mij wakkerriep?

Van daaruit kun je jezelf nog meer vragen stellen in de trant van: Heeft de ander eigenlijk wel gezegd dat ik stom ben? Of heb ik dat afgeleid uit de klank van zijn stem zoals die op mij overkwam?  Was het misschien mijn eigen invulling?

Het onderwerp conflicten is bijzonder breed, en dat geldt niet minder voor het thema hooggevoeligheid. In dit artikel heb ik jullie alleen maar een heel klein facetje willen laten zien van hoe een HSP’er een bepaalde situatie op zichzelf kan betrekken zonder dat het ook maar iets met hem persoonlijk te maken heeft, iets waardoor een simpele, neutrale opmerking een nare ruzie tot gevolg kan hebben. Doordat een HSP’er last kan hebben van een zwak zelfbeeld heeft hij de neiging van een mug een olifant te maken. Oftewel: een veelvoorkomende oorzaak van conflicten is de onjuiste interpretatie van een situatie.

Wat kun je verder nog doen? Een goede en effectieve oefening is het observeren van je gedachten in situaties zoals die tussen Sofia en Hans. Ga in gedachten buiten of boven het gebeurde staan en luister en kijk in je herinnering naar wat er is gezegd. Wat gebeurde er echt? Welke gedachte(n) heb ik er zelf aan toegevoegd? Welk gevoel? Een goed moment om dat te doen is kort voor het slapengaan. Ik raad je aan om er een schriftje bij te nemen en je bevindingen op te schrijven. In het begin is het misschien een beetje lastig om werkelijkheid en invulling van elkaar te scheiden, maar je zult zien dat het na een tijdje bijna vanzelf gaat, en dat je daardoor ook veel minder snel in eigen invullingen en onterechte conclusies zult schieten. Geloof me, het leven wordt er een stuk aangenamer op!

En dan nog heel iets anders: In de rechtermarge heb ik een lijstje met vragen gezet omdat ik graag van jullie zou willen weten wat jullie als HSP’er interessante onderwerpen vinden. Mag ik jullie vragen om je mening daar kenbaar te maken? Bij voorbaat hartelijk dank.

zaterdag 5 februari 2011

Beslissen vanuit de intuïtie

Een week of wat geleden las ik in de bijlage van de krant een artikel over marketing waarin onder andere stond dat een mens gemiddeld 1,8 seconde nodig heeft om, in een winkel, te beslissen of hij een bepaald artikel wil kopen of niet. Diezelfde tijd, stond er verder, heb je nodig om te beslissen of je iemand al dan niet ‘mag.’

Uiteraard vroeg ik me onmiddellijk af hoe dat zit voor een HSP’er. Beslist een hooggevoelige sneller dan dat? Of heeft hij juist meer tijd nodig? Sneller omdat hij meer informatie oppikt van een artikel of van een ander mens? Of wil hij juist meer tijd om alle vergaarde indrukken een plek te kunnen geven?

In hoeverre is een mens eigenlijk vrij in het nemen van beslissingen, en in hoeverre zijn we daarin geconditioneerd? Zijn ‘automatische’ beslissingen hetzelfde als ‘intuitive’ beslissingen? Baseren we onze beslissingen op zorgvuldige overwegingen van pro’s en contra’s, of vertrouwen we juist meer op ons ‘gut feeling’? Gaan we net zo om met triviale beslissingen als met echt belangrijke zaken zoals het kiezen van een partner of het kopen van een huis? En… is dat anders voor HSP’ers en niet-HSP’ers? Hoe is dat voor jullie?

Van alle HSP’ers aan wie die ik deze vraag voorlegde, antwoordde ruim twee derde dat ze doorgaans heel snel, en eigenlijk zonder erover na te denken, tot iets besloten. ‘Als het goed voelt,’ is het enige argument. De anderen antwoordden dat ze kiezen vaak heel moeilijk vinden omdat er ‘voor alles wel iets valt te zeggen.’ Bij doorvragen bleek de eerste groep toch ook over de genomen beslissing na te denken, maar dat gebeurde pas achteraf, wanneer de konsekwenties van de gedane keuze onverwacht heftig bleken tegen te vallen.

Uiteraard is dit een heel breed onderwerp waar talloze boeken over zijn volgeschreven. Waar het mij om gaat is dat HSP’ers graag prat gaan op hun intuïtie, op hun ingevingen of hun ‘gut feeling.’ En ja, de meeste keren hebben ze het goed en nemen ze de beslissing waarvan ook ruimschoots achteraf nog blijkt dat het de juiste was; of in ieder geval, dat ze er vrede mee hebben.

Persoonlijk twijfel ik er dan ook niet aan dat een doorsnee HSP’er een goed ontwikkelde en redelijk betrouwbare intuïtie heeft. Maar intuïtie is nooit waterdicht, dus een beetje wakkerzijn is -denk ik- wel geboden. Stel je voor dat je ooit eens aan iemand werd voorgesteld, en dat diegene toen naar jouw gevoel (je intuïtie?) nogal nors en onvriendelijk was. Het zit er dik in dat je verder niet stilstaat bij dat gevoel, maar zo iemand wel onbewust het etiket van ‘niet aardig, niet interessant’ opplakt. In dat geval is het niet je intuïtie die je die boodschap geeft, maar je eigen –onbewuste- oordeel. Kom je diezelfde mens later, in een andere context opnieuw tegen, dan is de kans groot dat je hem of haar niet eens ziet staan. En áls je hem of haar al opmerkt, is het niet onwaarschijnlijk dat je iets denkt in de trant van: ‘O, daar heb je dat irritante mens weer.’

Kan het zijn dat deze mens zich de eerste keer niet lekker voelde? Dat hij of zij net slecht nieuws had ontvangen? Ik noem maar wat. Wanneer iemand zich zodanig gedraagt dat jij het –onbewust- nodig vindt om daar een negatief label op te plakken, bewijs je jezelf én die ander daarmee geen dienst. Je zou je in die zin een aantal dingen kunnen afvragen:

·       Ís die ander écht onaardig, of líjkt hij me alleen maar onvriendelijk omdat ik niet oprecht in hem/haar geïnteresseerd ben?
·       Heb ik zélf misschien een slechte bui/weinig tijd waardoor het me extra veel moeite kost om iets positiefs in de ander op te merken?
·       Doe ik er juist aan om iemand op een eerste indruk te beoordelen en hem daarbij een blijvend stempel op te drukken? In hoeverre is dat eerlijk ten opzichte van die ander?
·       Gedraag ik me zélf eigenlijk wel altijd en onder alle omstandigheden hetzelfde naar anderen toe? Ben ik op dit moment dezelfde mens als vorige week, vorige maand, vorig jaar of tien jaar geleden? Als ik ben veranderd en gegroeid, kan een ander dan ook niet veranderd of gegroeid zijn?
·       Kan het zijn dat mijn intuïtie niet altijd helemaal zuiver is en gekleurd wordt door mijn eigen gevoel en beleven?

Deze punten ter overweging. En ja, beslissen of je iemand wel of niet mag gebeurt –als we het artikel waar ik in de eerste allinea aan refereerde mogen geloven- binnen de tijd van pakweg twee seconden. Het lijkt me juist voor de intuïtieve HSP’er erg belangrijk om eens wat vaker bij die ‘intuïtie’ stil te staan en er zo nu en dan een vraagteken bij te plaatsen.

Ik wens jullie een fijne februarimaand toe!

zaterdag 8 januari 2011

Goede voornemens voor HSP'ers?

Dit jaar vierde ik Oud en Nieuw in Spanje waar de mensen, zoals je misschien wel weet, om middernacht bij elke klokslag een druif in hun mond stoppen. Twaalf druiven achterelkaar opslokken brengt geluk in het komende jaar, maar de kans dat je je erin verslikt is groot. Ik vroeg me af of een HSP’er zich eerder verslikt dan een niet-HSP’er, en als dat zo is, of dat dan misschien komt doordat een overvolle mond benauwend aandoet. Gelukkig dat we in Nederland niet de gewoonte hebben om snel achterelkaar twaalf oliebollen naar binnen te werken.
De oliebollen of de druiven worden gevolgd door champagne, de zoenen met de allerbeste wensen en de goede voornemens. En over die goede voornemens wil ik het graag hebben.
‘Die laatste tien kilo eraf,’ ‘Ons eerste huis kopen,’ ‘Nu echt stoppen met roken,’ ‘Minder shoppen en meer sparen,’ ‘De liefde van mijn leven ontmoeten,’ ‘Mijn studie eindelijk afmaken,’ ‘Mijn eerste miljoen,’ ‘Verhuizen naar Frankrijk,’ en ‘Trouwen met Mark in Toscane,’ stond er in een grote advertentie achterop de krant. Wensen die je graag verwezenlijkt wilt zien en waarvan het resultaat veelal afhangt van je eigen mate van inspanning. En om onszelf een extra duwtje in de rug te geven, verheffen we de wens tot voornemen. Het begin van een nieuw jaar is daar traditioneel hét moment voor. Maar of het in emotioneel opzicht daar ook het juiste moment voor is, dat is nog maar de vraag. Ook de uiterlijke omstandigheden die nodig zijn om een intentie te realiseren kunnen op een bepaald moment te wensen overlaten. Traditie is één ding, het juiste ogenblik is heel iets anders.
De praktijk heeft uitgewezen dat van verreweg de meeste goede voornemens niet veel terecht komt. En dat ligt doorgaans niet aan de wens zelf, al kan die natuurlijk op zich veel te hoog gegrepen, en daarmee niet haalbaar zijn. Dat er van goede voornemens vaak weinig terecht komt is te wijten aan een combinatie van het emotionele moment en de uiterlijke omstandigheden.
Velen hebben een drukke en rommelige tijd achter de rug, en voor HSP’ers is de decembermaand op zich al een inspannende en vermoeiende tijd van weinig structuur en stress. Het uitvoeren van een goed voornemen betekent iets nieuws toevoegen aan je leven, en daar is extra energie voor nodig. Aan iets nieuws beginnen, of nieuwe dingen van jezelf eisen wanneer je moe bent, is voor niemand een goed idee, en al helemaal niet voor de hooggevoelige mens. Maar als je het toch wilt proberen, is het misschien verstandig om rekening te houden met een beperkte kans van slagen. HSP’ers hebben de neiging om zich schuldig te voelen wanneer iets (‘alweer niet’) lukt. Soms kun je onbewust onhaalbare eisen aan jezelf stellen om jezelf in je onvermogen bevestigd te zien. (‘Zie je wel, ik deug ook nergens voor.’) In die zin kunnen de goede voornemens van de jaarwisseling een val voor je zijn.
Voor diegenen die het toch nu willen proberen in plaats van een later en rustiger moment af te wachten, de volgende tips:
*     Leg de lat niet te hoog. Kijk wat realistisch haalbaar is en hou marges aan.
*     Probeer je voornemen op te splitsen in kleine, haalbare stapjes.
*     Hou een tijdschema aan voor de vastgestelde stapjes.
*     Lukt het niet meteen de eerste keer, probeer het dan gerust opnieuw.
*     Beloon jezelf bij elk behaald succes(je).
*     Probeer een maatje te vinden; iemand die met je meedoet of die samen met jou je voortgang bij wil houden.
En als het toch niet mocht lukken, bedenk dan dat je mogelijk niet het juiste moment hebt gekozen. Jezelf beloven dat je elke dag tien kilometer zult gaan fietsen als je net zwanger bent, heeft weinig zin. Je voornemen om je huis te schilderen wanneer je net een nieuwe baan op een uur reistijd hebt gevonden, is evenmin een realistisch streven. Niemand zegt dat uitstel afstel moet zijn.
Net zo zou je kunnen overwegen een coach in de arm te nemen die je helpt bij het verwezenlijken van het doel dat je je hebt gesteld. Een HSP-coach die bekend is met de valkuilen en gevoelige plekken van de HSP’er, kan samen met je nagaan of je voornemen realistisch en haalbaar is, en wat de beste manier voor jou is om je doel toch –stapje voor stapje- te realiseren.