Zoeken in deze blog

vrijdag 7 december 2012

Hooggevoelig en met hart en ziel liefhebben


‘De liefde zoeken is niet je taak; je taak is het zoeken naar, en wegnemen van alle, door je zelf opgeworpen innerlijke hindernissen die je het vinden ervan beletten.’ Rumi

Tot de vele pijnplekken die je als hooggevoelige mens kunt ervaren, behoort het feit dat velen zo intens veel van hun partner kunnen houden dat ze zich met “lichaam, ziel en geest” aan hem of haar geven. En dat intense, je met een ander verbonden voelen, hoeft niet eens beperkt te blijven tot liefdesrelaties, maar kan zich ook voordoen bij diepe vriendschappen of bij bepaalde familierelaties. Als zo’n relatie dan op een gegeven moment ophoudt of uit gaat dan kan dat ongelooflijk veel pijn doen. De positieve kant daarvan (want die is er gelukkig wel) is dat een dergelijke ervaring je innerlijk sterker en emotioneel onafhankelijker kan maken.

Binnen een van de HSP-groepen van facebook liep onlangs een interessante uitwisseling over dit tema, die begon met de volgende vraag: ‘Hoe komt het toch dat HSP’ers zo gevoelig zijn voor stemmingen van een ander, en dat dit zelfs ten koste van je eigenwaarde kan gaan?’ Een goede vraag waarin menigeen zich zal herkennen. Maria, van wie deze vraag afkomstig was, ging verder met te vertellen dat haar vriend,  in het begin van hun relatie, haar overlaadde met complimentjes en attenties en hij alles wat ze deed, dacht of zei even fantastisch vond. Na een poosje echter, namen zijn enthousiasme en steun beduidend af en gebeurde het steeds vaker dat hij kritiek leverde terwijl haar plannen en ideeën, die hij vroeger zo fantastich had gevonden, hem nu bespottelijk en infantiel voorkwamen.  Maria is zich ervan bewust hoe ze, bij elk van zijn negatieve reacties, steeds meer aan zichzelf gaat twijfelen, en ze voelt zich verdrietig en verraden. Ze zegt: ‘En het enige wat ik dan nog kan denken is dat het wel erg triest met mezelf gesteld is, want het is duidelijk dat ik mijn zelfbeeld, mijn gevoel voor eigenwaarde, volledig laat afhangen van hoe anderen mij zien. En als ik “anderen” zeg, dan bedoel ik diegenen die ik als mijn centrum beschouw, als mijn motor en mijn anker.’
Dat laatste is belangrijk, en helemaal als je HSP bent. Het gaat hier om twee thema’s waar de hooggevoelige mens nog al eens op minder aangename wijze mee te maken krijgt. Om te beginnen is dat het thema van het zelfbeeld dat, zoals je misschien wel weet, bij veel HSP’ers aan de zwakke kant is. (Klik voor artikelen waarin ‘zelfbeeld’ ter sprake komt). En ten tweede is er het feit (sterk samenhangend met dat zwakke zelfbeeld) dat hooggevoeligen nog al eens de neiging hebben zichzelf aan anderen ‘te schenken’, om zichzelf weg te cijferen.

Terugkerend naar de vraag van Maria, kunnen we stellen dat haar probleem rechtstreeks te maken heeft met dit schenken van jezelf, met het wegcijferen van wie je bent.  In plaats van voor jezelf te leven, leef je voor een ander. Je schenkt jezelf (je tijd, energie, je levenslust en mogelijk zelfs je geld) aan degene die je lief hebt. Waarschijnlijk ben je je er niet van bewust, maar wat er ondertussen gebeurt is dat je je zwakke zelfbeeld probeert te versterken met alles wat je ontvangt door je in dienst van die ander te stellen. Je teert als het ware op wie die ander is. (‘Kijk eens hoe goed ik ben, ik doe álles voor hem/haar!’) Of, om een beeld te gebruiken: je absorbeert de ander, je zuigt hem bij jezelf naar binnen, waardoor je hem automatisch gaat beschouwen als het middelpunt van je leven, als ‘je centrum, je motor en je anker.’

Je zou een zwak zelfbeeld kunnen zien als een innerlijke leegte, als een holte die gevuld zou moeten zijn met een gevoel van tevredenheid, met de aanvaarding van het prachtige wezen dat je bent. Leegtes willen gevuld worden, dat is nu eenmaal zo. Lukt het je om wat voor reden niet om die innerlijke leegte zelf te vullen, dan kun je je misschien voorstellen hoe je op zoek gaat naar anderen die dat voor je kunnen doen: je absorbeert anderen die je met hun liefde voor jou het gevoel kunnen geven dat je de moeite waard bent. En zeg nu zelf, hoe kun je zo iemand niet alles willen geven wanneer die iemand zich in jouw centrum, in jouw hart bevindt en daar volledig deel uitmaakt van jouw bestaan? De grenzen tussen jou en die ander zijn opgelost, zijn vervaagd; jullie zijn één. De versmelting van twee zielen, een prachtig en romantisch beeld dat jammergenoeg tot een ander tijdperk behoort en nu, in deze tijd van de ontwikkeling van het menselijk ego, niet langer haalbaar is.

Laten we eens kijken naar waarom zo’n mooie versmelting op den duur niet houdbaar is. Maria zei het zal: na een tijdje begon haar partner kritisch en onaardig te worden. Haar vriend, die door haar geabsorbeerd was, begint het benauwd te krijgen. Als jij HSP’er bent en je je in Maria’s woorden herkent, is het heel waarschijnlijk dat je vriend of je vriendin jouw voortdurende en niet-aflatende aandacht na een poosje als beklemming begint te ervaren.  Let wel, ik zeg niets over je bedoelingen die ongetwijfeld goed en zuiver zijn; ik kijk alleen maar even naar hoe je partner (al dan niet bewust) meer en meer het gevoel begint te krijgen dat hij bezig is zijn eigen identiteit te verliezen en dat hij zich misschien zelfs wel gemanipuleerd kan gaan voelen. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat hij op een dag zegt dat hij het weekend weg wil met zijn vrienden, en dat jij daar een probleem van maakt. Je vriend heeft het gevoel dat hij klem zit en zal misschien niet weggaan om jouw gevoelens te sparen. Maar een volgende keer gaat hij wèl, en dan voel jij je verraden…
En zo verging het ook Maria en haar vriend, die in het begin van hun relatie onafscheidelijk waren en alles samen deelden. Maria voelde zich gezien en bemind door haar partner die haar in alles steunde, maar op een gegeven moment vindt er schijnbaar zomaar opeens een omslag plaats en wordt hij kribbig en kritisch. Zij ervaart het als afgewezen worden, maar in werkelijkheid is het alleen maar dat haar vriend ineens “wakker wordt” en merkt dat hij zichzelf kwijt is: hij zet zich af om zijn eigen grenzen te kunnen hervinden die daarvoor met de jouwe waren versmolten. Hij had jouw leegte gevuld (en uiteindelijk vond hij dat aanvankelijk ook meer dan best, want wie heftig verliefd is, die slaapt een beetje, en wie vindt het nou niet heerlijk als iemand dag en nacht voor je klaarstaat…) maar merkt ineens dat hem dat benauwt omdat het ten koste van zijn eigen wezen gaat.

Een gezonde en evenwichtige relatie
Het zal duidelijk zijn dat een gezonde relatie gebaseerd moet zijn op wederzijdse liefde, maar liefde voor jezelf –blij zijn met wie je bent- is minstens even belangrijk. Tevreden zijn met de mens die je bent, met hoe je eruit ziet en met wat je hebt, zónder jezelf op een voetstuk te plaatsen, is gezond. Van jezelf houden betekent ook je grenzen en behoeften kennen en respecteren, innerlijk willen groeien en willen leren van wat de wereld (en vooral onze relaties met anderen) ons voorhoudt.  En natuurlijk is zo’n gezonde relatie ook alleen maar mogelijk zo lang je bereid bent de ander met al zijn goede en minder goede eigenschappen te accepteren.  En zo lang er van wederzijds vertrouwen sprake is; de ander vrij laten en de ruimte geven opdat hij of zij naar behoeven voor zichzelf kan zorgen en aan zijn behoeften tegemoet kan komen. En mocht het dan gebeuren dat de behoeften van de één een conflict opleveren met de grenzen en de behoeften van de ander, dan is het tijd voor een goed gesprek waarbij respect hoog in het vaandel staat.

Aandachtspunten voor de HSP’er
Om als HSP’er tot zo’n gezonde en evenwichtige relatie te kunnen komen zou het raadzaam kunnen zijn om eens naar de volgende (tere) punten te kijken. Mocht je hier en daar iets van je eigen situatie herkennen, misschien is het dan een goed idee om te kijken in hoeverre er iets te veranderen of te verbeteren valt. Praat met je partner om te zien hoe het staat met jullie gevoelens voor elkaar en met ieders behoeften.

  • Ben je hooggevoelig, kijk dan eens met extra aandacht naar het beeld dat je van je van jezelf hebt. Is dat zelfbeeld aan de zwakke kant (bij veel HSP’ers is dat zo) dan is dit misschien het moment om daar iets aan te doen. Er zijn talloze goede boeken op de markt, cursussen die zeer de moeite waard zijn en het internet is een uiterst bruikbare bron van informatie. Of wat dacht je van het inroepen van de hulp van een coach?
  • Kijk eens met een kritische blik naar je eigen gedrag en ga na of je hobby’s en/of vrienden/vriendinnen hebt laten schieten om je partner een plezier te doen; misschien zelfs zonder dat deze daarom heeft gevraagd. Stel jezelf de vraag of je je anders voordoet dan je in werkelijkheid bent om de man of vrouw te kunnen zijn die je (denkt dat) partner nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn.
  • Luister ook eens naar dat innerlijke stemmetje om te zien in hoeverre bepaalde facetten van het gedrag van je partner je hinderlijk voorkomen, maar waarover je je mond houdt om een eventuele ruzie te vermijden. Ontdek je irritaties, probeer dan een manier te vinden om erover in gesprek te raken voordat de boel explodeert op een moment dat je dat totaal niet verwacht.
  • Hoe veel tijd besteed je aan jezelf en doe je iets waar je van binnen blij van wordt? En dan denk ik vooral aan activiteiten zoals het maken van een mooie wandeling, mediteren, schrijven, lezen, schilderen, muziek maken, pilates, tai-chi, yoga, enzovoort, die weldadig zijn voor de innerlijke verrijking, ‘voer voor de ziel.
  • En als laatste tip zou ik je willen voorstellen om je eens in alle ernst af te vragen of je misschien in een van de valkuilen van de HSP’er bent beland, de valkuil van jezelf op te offeren voor de andere mens in de zin van dat je hem of haar met de beste bedoelingen van de wereld elk klusje en elk eigen initiatief uit handen neemt. Ik begrijp heel goed dat je iemand graag wilt bewijzen dat je ontzettend veel van hem of haar houdt en dat je hem of haar het leven zo aangenaam mogelijk wilt maken, maar soms kun je daarin doorschieten en beroof je je geliefde van zijn of haar persoonlijke autonomie. Er zit ook een donker kantje aan dat soort gedrag: als je alles voor iemand doet, dan heb jij de touwtjes in handen en oefen je controle uit, en zou je wel eens, mogelijk zonder het te beseffen, manipulerend bezig kunnen zijn.
Herken je jezelf in dit gedrag, wees dan niet verbaasd als je relatie geen stand houdt, want niemand komt graag in de verdrukking. (Overigens komt het in zo’n geval vaak voor dat iemand roept: ‘…en dat na álles wat ik voor X heb gedaan!’ Precies, daarom dus.). Meer lezen over de rol van ‘redder.’
Lukt het je op positieve wijze met deze tips aan de slag te gaan, dan garandeer ik je dat je relaties een stuk succesvoller zullen zijn!

zaterdag 10 november 2012

Hooggevoelig en zo nu en dan een 'dip.'

 'Loop je alleen bij zon, dan zul je je bestemming nooit bereiken.'
Paulo Coelho 

Tekening Samuel Pires
Iets van een week geleden verscheen er op Facebook een post van een interview met de Belgische psychiater Dirk de Wachter. De aanleiding tot dat gesprek was het verschijnen van zijn boek ‘Bordeline times’ dat ongetwijfeld heel was HSP’ers zal interesseren.

De Wachter stelt: ‘We leven momenteel in een opgeklopte maatschappij waarin alles geweldig en fantastisch moet zijn, maar de realiteit is dikwijls heel anders. Iedereen die mee wil tellen moet een winner zijn, en wie durft te bekennen dat het hem wat minder geweldig gaat, die wordt prompt uitgemaakt voor loser, en vaak doet doet zo iemand dan meteen niet meer mee.’ De Belgische psychiater schildert een beeld van onze tijd die zich kenmerkt door een groot aanbod in levenswijzen en ontelbare producten waarbij tegelijkertijd de waarden van vroeger sterk onder druk komen te staan. Als mens wordt je nu veel meer dan vroeger gedwongen om voortdurend keuzes te maken en je eigen normen en waarden te ontdekken. Dat is op zich heel mooi, zegt hij, maar lang niet iedereen kan dat zomaar, en veel mensen ervaren dit als een enorme druk en belasting.’

Iedereen kent wel iemand met problemen, échte problemen. En het is heel best om te zeggen dat je je de dingen niet aan moet trekken, dat je altijd kunt kiezen en dat je positief moet zijn.  Maar hoe zit het met die man of vrouw die zijn of haar weg maar niet kan vinden omdat hij of zij in het immense aanbod verdwaalt? Of, wat dacht je van diegene die, door wat voor oorzaak dan ook, alles kwijt is? Of van dat kind, dat op school zo verschrikkelijk wordt gepest? Of van dat bejaarde familielid die geheel onverwacht zijn dierbare partner is verloren? Ik kan zo nog wel een tijdje doorgaan, maar het zal duidelijk zijn dat in het leven niet alles altijd even fantastisch en geweldig kan zijn. Iedereen maakt wel eens korte of langere perioden mee waarin het niet meezit, waarin de zaken totaal anders lopen dan je verwacht of gehoopt had en het bestaan als een zware last op je schouders drukt. En dan voel je je down. Bedrukt of terneergeslagen. Het gebeurt nog al eens dat we voor dat soort moeilijke momenten de term depressief gebruiken; een woord dat nogal snel ten onrechte gebruikt wordt. Is iemand die zich in een heroriënteringsfase van zijn leven bevindt, die, zeg maar in een periode van bezinning zit, automatisch depressief? Ik denk van niet. Ik zie het meer als een kwestie van uitersten: aan de ene kant zien we dat beeld van fantastisch en super-geweldig, en aan de andere kant komt dan depressief. En net zo lijkt het wel alsof je, als je geen winner kunt zijn, je automatisch een loser bent. De hele middenmoot van grijzen, van nuances, lijkt verdwenen.

En omdat niemand graag een loser is, is het niet ondenkbaar dat iemand, als het eens wat minder goed gaat met hem of haar, hij dat niet wil laten blijken en de indruk zal proberen te wekken dat echt álles even super gaat. Natuurlijk is dit veinsgedrag niet vol te houden, en wat we dan zien gebeuren is dat zo iemand zich meer en meer terug gaat trekken en sociale contacten begint af te houden; immers als je zelf down bent omdat je ergens mee zit, is het moeilijk om al die positieve en enthousiaste verhalen aan te horen zonder je extra teneergeslagen of zelfs schuldig te voelen.

Ik hoor het steeds vaker, de klacht dat mensen ergens mee zitten, dat ze zich helemaal niet zo positief voelen en dat ze eigenlijk een poosje zo min mogelijk willen: geen sociale verplichtingen, geen gedoe en vooral niet nog meer problemen. En als HSP’er kan een dergelijke behoefte rechtstreeks het gevolg zijn van té veel emoties, té veel drukte, té veel informatie en, ja, té veel keuzemogelijkheden. Vergeet niet dat we veel meer informatie binnenkrijgen dan de niet_HSP’er en dat we in verhouding snel overvoerd raken. Maar zo’n behoefte om eens een tijdje wat meer met jezelf en je eigen binnenwereld bezig te zijn en je niet steeds in de buitenwereld te verliezen, kan ook heel goed het gevolg zijn van het feit dat je gewoon mens bent en dat je als mens gevoelig bent voor de natuurlijke ritmen van het leven zelf.


De “dip” als kans
Dag en nacht, de jaargetijden, eb en vloed en ook onze ademhaling zijn slechts enkele voorbeelden van natuurlijke ritmes die ons leven beïnvloeden. Licht en donker, warm en koud, komen en gaan, inademen en uitademen. Na periodes waarin alles meezit en voor de wind gaat, komt meestal wel een fase waarin je het gevoel hebt dat de boel tegenzit en dat alles extra inspanning vergt; een tijd waarin je veel minder behoefte hebt aan uitbundig lachen en zingen. Troost je, dit is normaal. Het is helemaal niet erg dat je geen zin hebt om mensen uit te nodigen of om eens uitgebreid met deze of gene bij te kletsen. Sterker nog, het is zelfs gezond om eens een tijdje met je binnenwereld bezig te zijn, om eens goed over je leven en alles wat zich daar zoals in af speelt na te denken. Het is heel goed om zo nu en dan eens inventaris op te maken van waar je staat in je leven. In zo’n fase voel je je dan down, want dat is de naam die we daar tegenwoordig aan geven. Een dip, zeg maar. En als we dan mensen om ons heen hebben die juist is zo’n opgewekte, blije en “fantastische” fase zitten, worden er al snel vergelijkingen getrokken en kun je het etiket van “depressief” opgeplakt krijgen.

“Down” en “dip” (of met je eigen binnenwereld bezig zijn) is lang niet hetzelfde als depressief. Depressief wordt meestal veel te snel en veel te gemakkelijk gebruikt. Iemand die down is, is niet ziek. Iemand die in een dip zit gaat door een natuurlijk process dat het rechtstreekse gevolg is van de innerlijke ontwikkeling.
HSP of niet, het overkomt iedereen. Je voelt je verdrietig, en soms ook boos, dat hoort erbij. Het is geen goed idee om te proberen dergelijke gevoelens te onderdrukken. Verdrietig en boos zijn mag. Sterker nog: ik vertel je niets nieuws als ik zeg dat alles wat je probeert te onderdrukken níet weggaat of verdwijnt, maar juist alleen maar sterker wordt om dan, op het moment waarop je het het minste verwacht, ineens te exploderen en naar buiten te knallen (met alle nare gevolgen vandien). Onderzoek die verdrietige, die zogenaamd negatieve gevoelens en probeer te ontdekken waar ze vandaan komen. Ga ermee aan het werk. Schrijf erover, teken of schilder ze. Of breng ze via dansende bewegingen aan het licht. Forceer niets en neem verantwoordlijkheid jegens je gevoelens. Het is niet zo als zou je niet meer mee willden doen, het is alleen dat je behoefte hebt aan een poosje alleen met jezelf te zijn om daarna dan weer aan een meer extroverte periode te kunnen beginnen en nieuwe stappen te kunnen doen.
Je zou het ook zó kunnen zien: Je moet een poosje in je comfortzone zitten om daar vervolgens weer uit te kunnen komen. Wanneer je in die confortzone zit ben je in de gelegenheid om aan je persoonlijke innerlijke groei te werken en om nieuwe gereedschappen te leren die je dan, wanneer je zo ver bent dat je een nieuwe stap kunt gaan doen, in de praktijk kunt brengen waardoor je in maatschappelijk opzicht kunt groeien. Van binnen naar buiten. Inademen en uitademen. (Dit zijn de ideale momenten om eens aan een coachingstraject te denken!)
Het is belangrijk om goed te beseffen dat een dip iets heel natuurlijks is. Nogmaals, een dip is geen depressie en je bent niet ziek. Hoe voelt het om de term “dip” te vervangen door “een periode van reflexie” of “een innerlijke inventaris maken”?  Wie de dip neemt als iets normaals, als iets wat deel uitmaakt van het gezonde leven, wie de tijd voor zichzelf weet te nemen en bij zichzelf naar binnen kan kijken, die kan daarmee een echte depressive voorkomen.
Alles wat ik hier zeg geldt natuurlijk niet alléén voor HSP-ers; het geldt voor iedereen. Het is alleen wèl zo dat de HSP’er, op grond van het feit dat hij veel sneller aan zijn emotionele en lichamelijke grens zit, eerder en makkelijker in een dip geraakt dan iemand die minder gevoelig is. Het is dáárom dat het me een goed idee leek om deze gedachten eens op “papier” te zetten en hier te posten.
De gebruikte afbeelding is een tekening van Samuel Pires, een HSP'er uit Spanje. Samuel maakt op verzoek intuïtive afbeeldingen van onderwerpen die hem door zijn "klanten" worden aangereikt. Het geld dat hij hiermee verdient komt ten goede aan zijn studiereis volgend jaar naar Hong Kong. Het onderwerp van de afgebeelde tekening was het verschijnen van mijn boek over hooggevoeligheid, 'La alta sensibilidad, vivir desde el corazón.' Wie geïnteresseerd is in zo'n unieke tekening kan Samuel een mailtje sturen (in het engels of spaans). Zijn adres is: Sampiresroman@gmail.com

dinsdag 9 oktober 2012

De HSP’er verliefd: Samenwonen of niet?

Negatieve relaties zijn die relaties welke in stand worden gehouden op basis van angst en verplichting, of die welke gebaseerd zijn op maatschappelijk aanzien en economisch belang. De gezonde relatie komt voort uit een combinatie van wederzijdse liefde, overtuiging, trouw en toewijding.’ Walter Riso
foto: Cristina Prades
Je bent hooggevoelig en je hebt iemand leren kennen die je leuk vindt. Je bent verliefd en je voelt je helemaal stralend gelukkig met je nieuwe vriend of vriendin. Eigenlijk willen jullie niets liever dan dag en nacht samen zijn. En als dat zo is, dan ligt samenwonen voor de hand. Ik wil hier niet in gaan op de vraag of je als HSP’er nu juist wel of juist niet gebaat bent met een hooggevoelige partner, want dat is weer een heel ander verhaal en iets waarover ik al eerder schreef.

In dit artikel wil ik me beperken tot het signaleren van een aantal valkuilen of, anders gezegd, rode vlaggen. HSP’er of niet, iemand die verliefd is beziet de wereld en met name het object van zijn liefde door een roze bril. Alles is even mooi, geweldig en fantastisch. En als je hooggevoelig bent dan is het meer dan waarschijnlijk dat je, méér dan de minder gevoelige mens, dat vermogen hebt om de kwaliteiten en de enorme (sluimerende) talenten van je geliefde aan te voelen.

En als alles dan zo mooi, geweldig en fantastisch is, en als je dan zo heel zeker weet dat deze man of vrouw de Ware, je tweelingziel, is, hoe kan het dan toch dat de helft van alle relaties geen stand houdt en eindigt in teleurstelling en vaak ook hele nare ruzie? Is het echt altijd alleen maar de schuld van de ander, of ligt het misschien ook wel aan onszelf? Zijn we wel helemaal eerlijk geweest? Hebben we wel goed gekeken? Liefde maakt blind, en goed kijken (ook naar jezelf toe) wanneer je “blind” bent is niet makkelijk. Veel HSP’ers hebben een zwak zelfbeeld. Als je van jezelf weet dat dit zo is, dan is het niet ondenkbaar dat je hard je best doet om jezelf er van te overtuigen dat je relatie “moet” lukken, dat het goed “moet” gaan. (‘Deze keer gaat het goed, deze keer ga ik er écht mijn best voor doen.’)

Ik raad je aan jezelf eens de volgende vragen te stellen:

  • Zie ik het enorme potentieel van mijn geliefde, en wil ik me volledig inzetten om hem/haar te helpen en tot steun te zijn?
  • Werd ik verliefd op hem/haar omdat hij/zij verliefd op míj was en ik me dankbaar voelde voor de aandacht?
  • Voel ik me vooral aangetrokken tot een of twee van zijn/haar belangrijke kwaliteiten (aanzien en geld, seks, gevoel voor humor, intelligente, enzovoort) en sta ik niet stil bij wat ik echt nodig heb om gelukkig te zijn, en wat ik niet ontvang? (emotionele en/of materiële veiligheid, respect, vetrouwen en intimiteit, erkenning van mijn kwaliteiten, genegenheid, enzovoort).
  • Sta ik vooral stil bij dingen die we met elkaar gemeen hebben en kijk ik niet bewust naar onze verschillen?
  • Weet ik diep in mijn hart dat dit niet echt de relatie is die ik wil en die goed voor me is, en neem ik dingen voor lief omdat ik het zo moeilijk vind om alleen te zijn?
Als je een van deze vragen met ja hebt beantwoord, zou het kunnen dat je op een valkuil of een rode vlag bent gestoten. Eén rode vlag hoeft geen drama te zijn, maar wees op je hoede. Kijk dan ook eens naar de volgende punten:

  • Wanneer mijn lief zijn/haar zin niet krijgt of wanneer het hem/haar tegen zit, weet ik van te voren al dat er een woedeaanval komt en dat ik overal de schuld van krijg.
  • Mijn lief neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn/haar tegenslag maar wijt alles aan het gedrag van anderen of aan uiterlijke omstandigheden.
  • Mijn lief houdt alle touwtjes graag zelf in handen en wil de baas zijn, ook over mij. (Jaloezie!)
  • Soms vertoont mijn lief ronduit onvolwassen en onverantwoordelijk gedrag.
  • Het komt nog al eens voor dat mijn lief emotioneel onbereikbaar is.
  • Het valt me op dat mijn lief regelmatig terugverlangt naar een vorige relatie; hij/zij geeft dat zelfs openlijk toe.
  • Mijn lief verwacht van mij dat ik zijn/haar treurige bestaan opvrolijk  en zijn/haar problemen voor hem/haar oplos.
  • Mijn lief is (nog) getrouwd met een ander en kan geen echte verbintenis met mij aangaan.
  • Mijn lief heeft een verslaving of vertoont verslavingsgedrag (hoewel dit volgens hem/haar geen enkel problem is).
  • Het is me opgevallen dat mijn lief in het contact met anderen wel eens niet helemaal eerlijk en zuiver is (denk aan geldkwesties, dreigementen, leugens en halve waarheden, manipulatie, enzovoort).
Heb je ook ten aanzien van dit rijtje één of een aantal keren ja gezegd, dan zou ik echt nog maar eens goed nadenken alvorens een definitieve stap in mijn relatie te zetten. En natuurlijk, hoe meer rode vlaggen je hebt gevonden, hoe voorzichtiger ik je aanraad te zijn. Niemand is volmaakt en niemand is altijd even evenwichtig en opgewekt. Als je af en toe eens iets ziet aan het gedrag van je lief dat vraagtekens bij je oproept, dan hoeft er niets aan de hand te zijn. Ik zeg alleen: let op, wees alert en kijk of er sprake is van een patroon. Neem echt ruimschoots de tijd om iemand goed te leren kennen, bij voorkeur ook in verschillende situaties en omstandigheden. Je hebt in principe nog tijd genoeg om gezamenlijke verplichtigen aan te gaan.

En dan heb ik nog een derde reeks van punten voor je, punten en kenmerken die specifiek belangrijk zijn voor jou als hooggevoelige mens.

  • Ik zie eerst altijd alleen maar de kwaliteiten van iemand, zijn goede kanten. (Hou er rekening mee dat iedereen –ook jij zelf!- een schaduwkant heeft. Altijd).
  • Ik ben zo iemand die altijd klaar staat om iedereen te helpen, en daarbij heb ik de neiging mijzelf op de allerlaatste plaats te laten komen. (Ik heb moeite met het (her)kennen en handhaven en bewaken van mijn eigen grenzen en behoeften).
  • Ik ben ervan overtuigd dat alles met liefde en met geduld te regelen is. (Ja, in veel gevallen is dat zo, maar er bestaan nu eenmaal destructieve relaties, en het enige wat dat oplevert is ellende, verdriet en mogelijk ziekte).
  • Als het mis gaat heb ik met mezelf te doen. ‘De anderen begrijpen me niet en niemand helpt mij.’ Je ziet jezelf als slachtoffer van de omstandigheden. (Je bent geen slachtoffer. Je bent een vrij mens en je kunt altijd kiezen… en daarmee zeg ik niet dat kiezen ook altijd even gemakkelijk zou zijn).
  • Ik ga ervan uit dat de ander wel zal veranderen. (Of, erger nog, dat jij de ander zou kunnen veranderen. Dat gebeurt niet. Iemand verandert alleen als hij dat bewust zelf wil; niet omdat jij dat zo graag zou willen).
Lieve hooggevoelige lezers en lezeressen, ik ben niet negatief, maar ik weet uit eigen ondervinding en op basis van mijn ervaring als coach die veel met stellen werkt, dat er nu eenmaal relaties zijn die geen toekomst hebben. En natuurlijk, elke relatie –ook de hele goede- heeft zo zijn ups en downs en ook crises horen erbij. Het kan nu eenmaal niet altijd rozengeur en maneschijn zijn. Crisismomenten zorgen ervoor dat we groeien als mens, dat we leren en ons ontwikkelen. Sterker nog, om te leren en om als mens te groeien kúnnen we niet zonder relaties, laten we dat vooral niet vergeten. De alarmsignalen en rode vlaggen slaan dan ook niet op lastige situaties en conflicten binnen de bestaande relatie, maar het gaat om diepere dingen, om patronen in iemands gedrag die om verschillende redenen niet gezond zijn en die een goede verhouding belemmeren.

Alarmsignalen en rode vlaggen gelden voor iedereen, hooggevoelig of niet. Maar gezien de basiskenmerken van hooggevoeligheid, bestaat er voor  HSP’ers nu eenmaal een groter risico om in ongezonde en destructieve relaties terecht te komen.

En wat is dan een gezonde relatie? Een gezonde relatie is gebaseerd op wederzijdse liefde, op een diepe vriendschap en op respect. Op wederzijdse steun. Op trouw en betrouwbaarheid. Op eerlijkheid. Alleen wanneer  deze pilaren aanwezig zijn, heb je een stevige basis om aan een gezamenlijke toekomst te bouwen, om de volgende stap (samenwonen, trouwen) te zetten.

Mocht je twijfelen aan de “stevigheid” van je relatie, ga dan op onderzoek uit en zie zo veel mogelijk informatie te pakken te krijgen om je inzicht te vergroten. Praat met vrienden en familie. Of misschien heb je, door het lezen van de vragen, ontdekt dat je eigen gedrag een problematisch kantje vertoont en is je daardoor duidelijk geworden wat je eigen verantwoordelijkheid is in het mislukken van je relaties. In dat geval is het aan jou zelf om stappen te ondernemen. Er is gelukkig veel literatuur over dit soort onderwerpen, maar je zou ook kunnen denken aan het inschakelen van de hulp van een coach.

Wat ook je verdere actie mag zijn, ik wens je hoe dan ook een gezonde en gelukkige relatie toe.

zondag 2 september 2012

Hooggevoeligheid en passieve agressie

Verreweg de meeste HSP’ers houden van rust en vrede. Vooral van vrede. Meningsverschillen en ruzies worden liever vermeden en voorkomen dan aangegaan. Verbaal (en uiteraard ook fysiek) geweld, vooral wanneer dat direct tegen de hooggevoelige is gericht, leiden er nog al eens toe dat de hooggevoelige mens dichtklapt en blokkeert. 
Wat is de verklaring voor zo’n emotionele blokkade? Stel je voor dat iemand boos op je is en tegen je begint te schreeuwen en te schelden. Je wordt uitgemaakt voor rotte vis en je krijgt beledigingen en verwijten naar je hoofd geslingerd. De luide stem en de nonverbale boodschappen die je te incasseren kijgt maken dat je schrikt, en wie schrikt krimpt innerlijk in elkaar. Door de schrik en de daarmee gepaard gaande paniek komt er een stoot adrenaline vrij, en iedereen weet zo ongeveer wel dat adrenaline een stresshormoon is dat de “vecht- of vluchtreactie” tot gevolg heeft. Afhankelijk van je karakter zul je aan het geweld willen ontsnappen of verlies je je zelfbeheersing en begin je terug te schreeuwen. Zowel het verlangen om weg te komen als de onbeheersbare neiging om je stem te verheffen zijn het resultaat van een innerlijke kortsluiting door een overmaat aan sensoriale input, mogelijk in combinatie met angst en het gevoel te worden aangevallen. 
De meeste HSP’ers slaan akuut dicht en zijn niet in staat om nog maar één woord uit te brengen. Ze voelen zich als verlamd. Een klein percentage hooggevoeligen reageert met terugschreeuwen. Hoewel die laatste reactie niet meteen een blokkade lijkt te zijn, is hij dat wel, aangezien de terugschreeuwende hooggevoelige net zomin tot coherente gedachten in staat is en goed kan luisteren naar wat hem precies wordt verweten als de HSP’er die zich volkomen verlamd voelt. 
Ik behoorde tot de groep van HSP’ers die dichtslaan. En niet alleen klapte ik dicht, ik voelde zelfs fysieke pijn wanneer er tegen me werd geschreeuwd. Dat was vóór ik van hooggevoeligheid had gehoord en ik er geen flauw idee van had dat ik een HSP’er ben. Ik dacht altijd dat de pijn die ik voelde het gevolg was van het feit dat ik pacifiste was (overigens, dat ben ik nog steeds). Maar intussen weet ik dat er heel iets anders aan de hand is: dat dichtslaan komt door die kortsluiting als gevolg van te veel sensoriale input en angst, en het heeft helemaal niets te maken met het feit dat ik tegen oorlog ben. Blokkeren komt zuiver en alleen door een te grote aanslag op de zintuigen en door angst. 
Iemand opzettelijk geen antwoord geven, iemand expres negeren is een van de meest gebruikte strategieën binnen wat passieve agressie word genoemd. Het lijkt onschuldig, maar het “slachtoffer”, degene die genegeerd wordt, ervaart het doodzwijgen duidelijk als een daad van agressie. Misschien is het je wel eens overkomen; dan weet je hoe erg het is. Ben je geblokkeerd geraakt op de manier zoals die hierboven is beschreven en ben je niet in staat om de persoon die tegen je tekeer gaat antwoord te geven, dan is het niet ondenkbaar dat diegene jouw zwijgen als een daad van agressie ervaart en nóg woedender wordt. 
Het is van belang om te begrijpen dat een ander niet kan weten wat er in ons omgaat, net zomin als wij met enige zekerheid kunnen weten wat een ander denkt of voelt. (Hou er rekening mee dat je intuitie niet betrouwbaar is wanneer je angstig of boos bent).  Daarom zullen we toch íets moeten zeggen, als is het maar om de ander te laten weten dat je nú niet op zijn verwijten kunt ingaan, maar dat je dit later (Over een uur? De volgede dag?) zult doen. Probeer zo specifiek zo mogelijk te zijn. Op die manier voelt de ander zich gehoord en gezien, weet hij waar hij aan toe is en kan hij er gerust op zijn dat het niet om een passief agressieve aanval van jouw kant gaat. Duidelijkheid zorgt voor kalmte. 
Hoe meer ik over dit gedrag nadacht en er met anderen over sprak, des te duidelijker het me werd dat er onder de hooggevoeligen toch wel sprake is van een zekere neiging tot het gebruik van passief-agressieve strategieën. Waarom? Als eerste omdat we geen heiligen zijn. Goed, we hebben onze morele waarden en daar zijn we trots op, en waarschijnlijk zijn we ook “goede” mensen en helpen we graag en waar we kunnen, maar dat wil niet zeggen dat we nóóit eens een moment zouden hebben waarop we niet van een ander zouden willen winnen, hem of haar de baas zouden willen zijn, of deze of gene niet eens een lesje zouden willen leren. (Heb je kinderen en geef je die wel eens straf wanneer ze weer eens zo “ontzettend klierig” zijn?)  Dáárom, én omdat, zoals we al zeiden, de meeste HSP’ers moeite hebben met ruzie en we graag een vriendelijke en aardige indruk willen maken. 

Over passieve agressie
Je zou kunnen zeggen dat passieve agressie een uiterst destructief gedragspatroon is waarbij de persoon de indruk wekt dat hij vriendelijk, toegeeflijk en behulpzaam is, terwijl hij in werkelijkheid de ander zo veel mogelijk dwars probeert te zitten. Het is een soort van wraakgedrag dat voortkomt uit (al dan niet bewust) onderdrukte woede. We zien het binnen relaties, tussen ouders en kinderen, op scholen, op het werk… kortom, overal waar mensen met elkaar in contact komen. We zien het onder hooggevoeligen, en bij mensen met een normale mate van gevoeligheid. Maar vergis je niet: de werking die van dit schijnbaar onschuldige gedrag uit gaat is absoluut vernietigend.  Mocht je iemand kennen die dit soort tactieken gebruikt, wees dan op je hoede. En mocht het zo zijn dat jij zo’n HSP’er bent die blokkeert en dan –omdat je niet anders kunt— ook gedrag van dit type vertoont, doe dan alsjeblieft je uiterste best om hier iets aan te veranderen, vooropgesteld dat je een ander niet onnodig pijn wilt doen.
Ik hamer er bij mijn cliënten altijd op hun eigen gedrag zorgvuldig te reviseren (en in dit geval zou je ook eens kritisch naar het gedrag van anderen moeten kijken). Soms bedienen we ons van strategieën waar ogenschijnlijk niks mis mee is, maar die toch een passief-agressief kantje hebben waardoor we minder aardig en empatisch over komen dan we willen.
Hier volgt een aantal voorbeelden van schijnbaar onschuldig en vredelievend gedrag dat in werkelijkheid alles behalve onschuldig, en bepaald gewelddadig is. 


‘Nee hoor, ik ben helemaal niet boos.’
Veel hooggevoeligen hebben de gewoonte hun boosheid te onderdrukken en er zijn dan ook heel wat HSP’ers die vinden dat woede negatief en slecht is. Daar komt bij dat boosheid een uiterst complexe emotie is waardoor je, juist als gevolg van die complexiteit, kunt blokkeren. Hou er rekening mee dat het negeren en het onderdrukken van de woede die je voelt, juist geldt als het meest voorkomende, klassieke passief-agressieve gedrag. Ontkennen dat je boos bent terwijl de stoom uit je oren spuit staat gelijk aan een leugen; het conflict gaat er niet van over, het wordt er alleen maar groter op.


‘Je gaat je gang maar. Doe wat je niet laten kunt.’
Mokken en je emotioneel terugtrekken is nog zo’n klassieke strategie binnen het scala van de passieve agressie. Het betreft een indirecte uiting van woede waarmee je de deur tot een open en eerlijke dialoog  stevig dicht gooit. Ook hier kan de emotionele blokkade in het spel zijn, evenals het onvermogen –vaak uit angst— de woede toe te laten en te uiten. Als je deze zinnetjes van jezelf kent, raad ik je aan eens bij jezelf na te gaan op welke momenten je ze gebruikte en wat je intentie erbij was.


‘Ik kom eraan…’
Zeggen dat je iets doet en het vervolgens niet doen, hoort ook thuis in het rijtje strategieën van passief agressief gedrag. Het is een halve waarheid, een leugen dus eigenlijk, die rechtstreeks van invloed is op de levenssfeer van de person die je hulp of je aandacht nodig heeft. Je creëert een machtssituatie met een subtiele, quasi passieve ondertoon. Bij dit zinnetje hoort nog een tweede: ‘O, ik wist niet dat je nu metéén bedoelde.’  Mocht je nog twijfelen aan de enorme agressieve lading van deze twee uitspraken, probeer je dan maar eens te herinneren of iemand ze ooit tegen jou heeft gebruikt, en zo ja, hoe je je toen voelde.

‘O, maar jij wilt het ook altijd zó perfect!’
Wanneer uitstellen of rekken geen optie is, dan heeft de passief-agressieve persoon nog een troef achter de hand. Hij doet dan wèl wat er van hem gevraagd wordt, maar hij doet dat dan slecht en ver beneden de maat, of tergend langzaam. Je kunt denken aan een leerling die zijn huiswerk halfslachtig heeft gemaakt, of aan een huisgenoot die je “helpt” met boodschappen doen en dan juist nèt datgene “vergeet” waar je om zit te springen, of dat er meer wordt uitgegeven dan de afspraak was. Wat we zien is dat de person de afspraak wèl nakomt (hij bedoelt het schijnbaar goed) maar hij doet opzettelijk iets verkeerd. Wanneer de ander hem dan ter verantwoording roept, verschuilt hij zich achter het zogenaamde perfectionisme van de ander.


‘Ik dacht dat je het wist.’
Een verhaal vertellen maar een belangrijk onderdeel daarvan verzwijgen is nog zo’n typisch passief-agressieve tactiek. Het spreekt bijna vanzelf dat het weggelaten deel van het verslag juist dát stuk is dat tot problemen zou kunnen leiden.  Dit is een strategie die veel HSP’ers bekend zal voorkomen juist omdat, zoals we al zagen, hooggevoelige mensen veelal huiverig zijn voor ruzies en conflicten. Ik kan niet nalaten om het nog maar eens te zeggen: een problem verdwijnt niet door het te verzwijgen, integendeel, het wordt er juist groter op.


‘Het was maar een grapje.’
Sarcasme is de laatste strategie die ik hier wil noemen. Hierbij geeft de spreker hardop uiting aan zijn ergernis, maar in plaats van dat op een eerlijke, zuivere manier te doen, doet hij het op indirecte en sociaal aanvaardbare wijze.  Maakt zijn ‘tegenstander’ vervolgens een gekwetste en beledigde indruk, dan trekt de ‘aanvaller’ onmiddellijk het boetekleed aan en zegt, op zijn beurt diep gekwetst, iets in de trant van: ‘Goh, ik wist niet dat je geen gevoel voor humor hebt.’


Ik hoop dat deze voorbeelden voldoende verhelderend zijn om je een duidelijk beeld te geven van een sort gedrag waar ogenschijnlijk niets op aan te merken is maar waarvan, onder de oppervlakte, een hele nare en ongrijpbare agressieve werking uit gaat die onvermijdelijk tot conflicten leidt. Ik zei het al en ik zeg het nog maar eens: het is bijzonder destructief gedrag. Als coach, maar ook op persoonlijke titel, kan ik niet voldoende aandringen op de noodzaak onze intenties en ons gedrag regelmatig en met de grootste oprechtheid onder de loep te nemen om na te gaan of we altijd wel echt zo zuiver en moreel zijn als we graag zouden willen.

zondag 12 augustus 2012

Hooggevoelig en gastvrouw/gastheer

foto: Josh van Dyke
Voor velen is dit de tijd van de grote vakantie, de tijd van bijkomen en uitrusten en van het opladen van je persoonlijke accu. Misschien doe je dat ergens in het buitenland, misschien blijf je gewoon lekker thuis. Misschien ga je ergens bij familie of vrienden logeren, of misschien krijg je zelf logés.

De afgelopen maand kreeg ik van meerdere kanten –cliënten en vriendinnen– verhalen te horen over het bezoek dat bij hen had gelogeerd. Die verhalen waren stuk voor stuk heel herkenbaar want zelf had ik ook mensen in huis en ik mag dan coach zijn, maar ik ben ook HSP en net als iedereen heb ik ook zo mijn momenten. Met name het verhaal van de pas getrouwde Cristina, die met haar man in een piepklein flatje woont en familie van haar man (een echtpaar met twee tienerzoons) te logeren kreeg, zorgde ervoor dat het me een goed idee leek om de rol van de hooggevoelige gastvrouw/gastheer tot onderwerp van deze nieuwsbrief te maken.

Cristina vroeg me om advies want ze wist zich geen raad met een situatie die haar al binnen een dag boven het hoofd was gegroeid: gevoelens van groeiende irritatie, oververzadiging en machteloosheid wonnen het van haar gebruikelijke gulheid en opgewekte humeur. En dát had weer tot gevolg dat ze zich schuldig voelde. Haar bezoek, dat zijn best deed om haar zo veel mogelijk te helpen en tegemoet te komen, kon geen goed doen. Haar schoonzus, die zich bewust was van de “overlast” die zij met haar man en kinderen bezorgde, verklaarde dat Cristina zich “nergens druk om hoefde te maken en dat zij en haar man voor de boodschappen en voor het eten zouden zorgen.” Cristina liet de hele situatie over zich heen komen (ze wilde immers dat haar schoonfamilie haar aardig zou vinden) maar kon het niet verdragen dat haar schoonzus ineens de scepter zwaaide over het keukentje en de inhoud van de koelkast. En dat was niet het enige dat haar hopeloos dwars zat en haar een pesthumeur bezorgde, maar afgezien daarvan waren er nog kwesties als de troep die niet werd opgeruimd, het lawaai en nog zo wat.

En dan het verhaal van Saskia, een van mijn hooggevoelige vriendinnen. Ze belde zomaar, om te horen hoe het met me ging, maar toen ik vroeg hoe het met haar was, vertelde ze me over hoe haar man een goede vriend had uitgenodigd om een paar dagen te komen logeren (ze wonen op een prachtige plek in de Zwitserse Alpen) en dat die vriend uiteindelijk ruim twee weken was gebleven, want “hij vond het zo heerlijk bij hen.” Saskia had niet de moed om haar man te laten weten dat ze na een kleine week al meer dan genoeg had van het bezoek en dat ze dringend behoefte had aan ruimte en rust in huis. Ze durfde het niet tegen haar man te zeggen omdat ze het egoïstisch van zichzelf vond; net alsof ze haar man het gezelschap van zijn vriend misgunde. Dat laatste was het ook niet, in tegendeel, ze was juist blij voor haar man dat zijn vriend er was. Dat kon evenwel niet verhinderen dat ze het gevoel had alsof ze haar huis en haar vrijheid kwijt was. En ook zij voelde zich schuldig.

Als je dit zo leest zou je allicht kunnen denken dat HSP’ers asociaal, intolerant en antipathiek zijn, maar is dat werkelijk zo? Nou, nee, dat is bepaald niet het geval, uitzonderingen daargelaten. De meeste HSP’ers vinden het juist heerlijk om mensen uit te nodigen, om lekker voor hun bezoek te koken en het hen in zo veel mogelijk opzichten naar de zin te maken. Het gros van de overgevoelige mensen is juist extreem gastvrij en gul, en vindt het heerlijk om met anderen te delen. De kwestie is alleen dat de meeste HSP’ers moeite hebben met het bepalen en bewaken van hun grenzen.

Het is bekend dat een hooggevoelige relatief snel het punt van sensoriale en emotionele verzadiging bereikt. Onze zintuigen zijn als sponzen die alles opzuigen, en we hebben meer tijd nodig dan de gemiddelde (niet hooggevoelige) mens om alle opgedane indrukken te verwerken. We hebben behoefte aan tijd voor onszelf alleen, of, op zijn minst, aan tijd waarin we ons om niemand hoeven te bekommeren en we onze batterijen kunnen opladen. Met logés in huis is dit dikwijls niet mogelijk.

Als we daar dan nog eens de voor de HSP’er karakteristieke behoefte aan orde en ‘perfectie’ (het huis schoon en op orde, de ideale gastrvouw/gastheer zijn, maaltijden waar niets, maar dan ook niets op aan te merken is en die bij voorkeur uit meerdere gangen bestaan, altijd even vriendelijk en voorkomend te zijn en er alles voor over hebben dat het bezoek het tweehonderd procent naar de zin heeft) aan toevoegen, plus zijn behoefte de ander te dienen en de neiging om zichzelf op de laatste plaats te laten komen, ligt het voor de hand dat dit niet goed kan gaan. Samenleven is op zich al een uitdaging die acceptatie en aanpassingen vereist, maar het delen van je eigen ruimte met mensen die je niet goed kent en die bij jou vakantie komen vieren (terwijl jij bovendien misschien ook nog gewoon naar je werk moet) waardoor je niet aan je eigen rust toekomst, staat gelijk aan stress. En stress maakt dat je weinig tot niets kunt hebben en je je overall aan gaat ergeren. Hoe gestresster je bent, des te minder je van anderen kunt hebben en des te groter je behoefte het op een krijsen te zetten. En hoe onmogelijker het voor je wordt gezellig mee te doen en van je bezoek te genieten.

Je grenzen beter bewaken
Om te beginnen zul je voor jezelf moeten uitmaken wat voor jou onontbeerlijk is om niet gespannen en geïrriteerd te raken. Met andere woorden, wat zijn jouw innerlijke grenzen? Je kunt daarbij denken aan dingen als: acht uur ongestoorde slaap, in je eentje rustig en stil ontbijten, een half uurtje mediteren per dag, bezig zijn met de verzorging van je planten, op de sportschool aan je conditie werken, geen alcohol drinken, etc., etc. Het gaat daarbij duidelijk om dingen die bijdragen aan je innerlijk evenwicht. Het leven heeft je geleerd dat, wanneer je je niet aan deze voor jou gouden regels houdt, je relatief snel zenuwachtig wordt en je opgejaagd gaat voelen.

Onder normale omstandigheden lukt het je misschien nog wel om je aan je eigen gouden regels te houden (al kan dat soms best lastig zijn) maar wanneer je logés hebt valt dat helemaal niet mee. Het is daarom een goed idee om je bezoek te laten weten dat ze absoluut welkom zijn, maar dat er een aantal dingen zijn die je, in ieders belang, graag met ze wilt afspreken. Je legt ze uit wat jouw gouden regels zijn en dat je je daar óók met bezoek in huis aan wilt houden. Als je dat bij aanvang van het bezoek doet, dan kun je dat op een gezellige, vriendelijke manier doen zonder boos of geïrriteerd te zijn. Heb je behoefte aan iets als tijd en rust –ik noem maar wat– laat dat dan weten en vráág erom. Je kunt je gasten achteraf niet iets verwijten als je je daar in het begin niet heel duidelijk over hebt uitgesproken. Met vertwijfelde uitspraken als: ‘Ze snappen toch zeker óók wel dat ik ’s ochtends wil mediteren?’ plaats je jezelf in de slachtofferrol en creëer je een hele vervelende stemming. Waarom? Omdat iemand onmogelijk iets kan snappen wat hij niet weet; jíj weet het wel, maar als je het niet duidelijk uitspreekt kun je niet aannemen dat een ander dat aan het puntje van je neus kan zien aflezen.

Het op proactieve wijze bewaken van je grenzen houdt in dat je duidelijk en nauwkeurig omschrijft wat je behoeften zijn. Elke ochtend wil je een half uurtje stilte in huis om van zeven uur tot half acht te mediteren. Je wilt dat je bezoek meehelpt in huis bij het dekken en afruimen van de tafel, en dat drie keer per dag. Je wilt dat ze de hond tussen de middag, om precies te zijn, om één uur, uitlaten. Je werkt en moet vroeg op, en doordeweeks moet je daarvoor om tien uur in bed liggen, enzovoort. Het is echt een goed idee om je bezoek aan het begin (of mogelijk zelfs nog daarvóór) van hun verblijf van deze dingen op de hoogte te brengen, want bèn je eenmaal geïrriteerd dan kun je dit waarschijnlijk alleen nog maar boos en kribbig doen. Denk eraan dat je niet vergeet om je bezoek te vragen of ze deze behoeften van jou kunnen respecteren  en honoreren, of dat er misschien van hun kant iets is waardoor dat bemoeilijkt wordt. Als jij van te voren weet dat de hond op een bepaalde dag niet uitgelaten kan worden –ik noem maar wat– dan kun je tijdig andere maatregelen treffen en hoef je je achteraf niet boos te maken of op te winden.

Het is fijn en leuk om logés te hebben. Het is verrijkend in vele opzichten. Om van je gasten te kunnen genieten en om ervoor te zorgen dat zij optimaal van jouw gastvrijheid kunnen genieten, zul je je eigen grenzen moeten kennen, duidelijk moeten maken en eraan vast moeten kunnen houden.

Ik wens jullie een fijne vakantie –hoe dan ook, waar dan ook en met wie dan ook!

Nieuwtjes
Eindelijk, mijn Spaanse boek is uit en de verkoop ervan loopt goed. Jullie hebben er waarschijnlijk niets aan, maar misschien hebben jullie Spaanse kennissen of familie die je er een plezier mee kunt doen. Ik heb me voorgenomen om in de winter aan de Nederlandse vertaling ervan te gaan werken.
Het boek was de aanleiding tot het vernieuwen en moderniseren van mijn Spaanse web en ik wil best bekennen dat ik trots ben op het frisse en tegelijkertijd hooggevoelige resultaat. 

donderdag 5 juli 2012

Hooggevoeligheid en motivatie


‘Op een dag zul je bij het ontwaken tot de ontdekking komen dat er geen tijd meer is om je dromen te verwezenlijken. Het moment om een begin te maken met de verwezenlijking van je droom is nu. Kom in actie.’
Paolo Coelho

Het thema van deze maand is in zekere zin een vervolg op het artikel van de vorige maand, De HSP'er en zijn comfortzone, maar het houdt bovendien rechtstreeks verband met het feit dat –met een beetje geluk- mijn eerste boek over hooggevoeligheid (in het Spaans) eind deze maand verkrijgbaar zal zijn.

Ik kan wel zeggen dat ik met het schrijven van dit boek, voortdurend een stapje buiten mijn comfortzone heb moeten doen. Ik heb de tijd dat ik ermee bezig was, en met name de laatste fase, voornamelijk beleefd als een strijd op meerdere fronten. Terugkijkend op het afgelopen jaar, herinner ik me weer hoe moeilijk het vaak was om elke ochtend (nou ja, bíjna elke) achter mijn bureau te gaan zitten om weer een aantal pagina’s te schrijven. En niet zomaar iets schrijven; nee het moest zinvol zijn, het moest iets bijdragen en het moest ook begrijpelijk zijn. Vaak kostte het me moeite om in beweging te komen en wist ik niet waar ik de motivatie vandaan moest halen om aan de slag te gaan. En met name het afgelopen halve jaar, toen het boek duidelijk vorm begon te krijgen, liep ik steeds vaker vast. Anders gezegd, ik kwam steeds vaker in aanraking met mijn grootste saboteur, de Bodyguard. Ik kan jullie niet zeggen hoe vaak de Bodyguard mij zinnetjes toefluisterde als:

‘Ik snap echt niet waarom je je zo uitslooft. Denk je nou echt dat er ook maar íemand is die dit soort dingen zal willen lezen? Wie denk je eigenlijk wel niet dat je bent? Als ik jou was zou ik ermee ophouden, want, zeg nou zelf, alles wat je daar zit te schrijven, dat ís toch al lang gezegd en geschreven? Hou nou gewoon maar op met die onzin, je kunt je tijd vast wel beter besteden. Zoek liever een nuttig baantje.’

Er waren momenten waarop dat stemmetje in mijn hoofd zo luid was dat ik echt niet meer geloofde in wat ik deed. Het kostte me steeds meer moeite om deze saboteur terecht te wijzen, en eigenlijk kreeg ik hem pas echt onder de duim op het moment dat ik me ineens realiseerde dat hij me niet zozeer wilde ontmoedigen als wel dat hij een goede bedoeling had: hij probeerde me in bescherming te nemen tegen een mogelijke mislukking. Anders gezegd, dat wat me ervan weerhield gewoon door te werken, dat wat ervoor zorgde dat ik absoluut geen motivatie kon vinden om geïnspireerd verder te werken, was in feite niets anders dan mijn angst voor een eventueel falen. Ik was bang dat niemand mijn boek zou willen kopen. De stem van mijn Bodyguard was luider dan die van mijn Ik.

Het ligt voor de hand dat het echt heel lastig kan zijn om zelfs maar een stapje buiten je comfortzone te doen wanneer het je aan voldoende motivatie ontbreekt. Als je geen duidelijk beeld hebt van waarvóór je je zou inspannen of waar die inspanning toe zou kunnen leiden (wat je beloning is) zul je moeilijk in beweging kunnen komen. Beloningen hangen sterk samen met basisbehoeften. Je zet je in (je vindt relatief makkelijk de nodige motivatie) om ervoor te zorgen dat er aan je basisbehoeften worden voldaan. Basisbehoeften zijn –volgens Maslow- voedsel, een dak boven je hoofd, veiligheid, genegenheid en erkenning, respect en een gevoel van eigenwaarde. Basisbehoeften kunnen dus zowel van materiële als van inmateriële of emotionele aard zijn.

Wanneer ik het over de comfortzone heb, dan denk ik daarbij met name aan temas die gerelateerd zijn aan het verbeteren van iemands potentieel, of het vergroten van iemands autonomie op emotioneel gebied. Je buiten je comfortzone wagen kan ook te maken hebben met jezelf willen bewijzen dat je iets voor elkaar weet te krijgen hoewel je je daar aanvankelijk niet toe in staat achtte. Dat is groeien. Om te kunnen groeien is het nodig dat je je nieuwe kennis eigenmaakt, en daarbij zul je op de een of andere manier een zeker risico moeten durven nemen. Zolang je de zekerheid hebt dat je met je actie de beloning zult verwerven die je voor ogen hebt is het doorgaans niet zo heel erg moeilijk om bij jezelf de nodige motivatie te vinden. Een stuk lastiger is het opbrengen van de nodige motivatie wanneer je geen idee hebt van hetgeen je te wachten staat en of er überhaupt wel een beloning zal zijn. In dat laatste geval is de kans groot dat je blijft steken in de vraag: Waarom zou ik me inspannen als ik niet eens weet wat het resultaat van mijn moeite zal zijn en of mijn actie het risico wel waard is? Ergo, waar doe ik het voor?

Het rechtstreekse gevolg van dit soort gedachten is twijfel, en waar twijfel de kop op steekt zien de saboteurs hun kans schoon. Ze beginnen je onmiddelijk te bestoken met gedachten waarmee ze je, elk op hun eigen specifieke manier, ervan zullen proberen te overtuigen dat het geen enkele zin heeft om extra je best te doen. Het enige wat ze willen is de stekker trekken uit je motivatie.

Persoonlijk heb ik sterk het gevoel dat het problem van de motivatie niet zozeer de motivatie zelf is, als wel haar schaduw, de demotivatie. Zo lang we overwegend gehoor blijven geven aan de stemmetjes van de saboteurs in plaats van aan de stem van ons eigen Ik –de kern van ons wezen die juist niets liever wil dan groeien en zichzelf overtreffen- is het niet moeilijk om gedemotiveerd te raken en te blijven. Iets wat aanvankelijk een super idee leek verandert beetje bij beetje in een nachtmerrie die steeds zwaarder op onze schouders gaat drukken en uiteindelijk zelfs tot wanhoop kan leiden. (Dit lukt me toch nooit! Ik krijg immers nooit iets van de grond!). Wat we dan zien gebeuren is dat we meer en meer alleen nog maar kunnen denken aan ons falen. We herinneren ons alleen nog maar hoe iets níet lukte en hoe we te kort zijn geschoten. Gezien het feit dat de meeste HSP’ers tot op zekere hoogte last hebben van een zwak zelfbeeld, is het niet ondenkbaar dat er, behalve van dat gevoel van “altijd” gefaald te hebben, ook nog schuldgevoelens naar boven komen die de last extra zwaar maken.

Dit is de reden waarom het zo ongelooflijk belangrijk is om die stemmetjes bewust te krijgen, om waakzaam te zijn ten aanzien van die saboteurs die ook wel beperkende gedachten of beperkende overtuigingen worden genoemd; die gedachten die proberen je motivatie  en je enthousiasme de kop in te drukken. De gedachten die je verlammen. Herken je ze, probeer dan na te gaan waar ze vandaan komen en wat hun functie is. Of ze je, zoals in mijn geval, proberen te behoeden voor een afgang of een teleurstelling. (Bijvoorbeeld: Heb je eerder een afgang/teleurstelling meegemaakt en was je enorm aangeslagen daardoor? Hebben je opvoeders je geleerd dat je maar beter niet je kop boven het maaiveld kunt uitsteken omdat hij dan wel eens afgehakt zou kunnen worden?) Om nog even bij mijn eigen voorbeeld te blijven: het kan bovendien nuttig zijn om je een beeld te vormen van dat mogelijke falen dat je door je saboteurs in het vooruitzicht wordt gesteld. In hoeverre is die verwachtig op de realiteit gebaseerd? En, als het zou gebeuren, is dat dan echt heel erg? Is falen echt het einde van de wereld? En hoe is het als je je doel slechts voor een deel weet te realiseren?

De tegenvraag zou kunnen luiden: Als ik het niet probeer, als ik niet –al is het maar een klein- stapje doe, hoe kan ik dan zeker weten dat het idee dat ik zal falen klopt? Wat weerhoudt mij van het doen van het eerste stapje dat kan leiden tot de verwezenlijking van mijn plan? Als die eerste stap lukt, dan heb ik daarmee alvast mijn eerste beloning geïncasseerd. Vervolgens kan ik het process herhalen met het tweede stapje, en het derde, enzovoort. En met elke gelukte stap heb ik mijn betreffende saboteur wat meer ontmaskerd. In dit verband wil ik er graag nog eens op wijzen hoe belangrijk het voor een HSP’er is om doelen op te splitsen in kleine stapjes of subdoelen. Wie als hooggevoelige de lat te hoog legt, gaat er licht aan onderdoor.

En dan kom ik toch nog weer even terug op het boek. Ik weet niet of het gekocht zal worden of niet. De tijd zal het leren. Wat voor mij belangrijk was, dat was het proces van het schrijven ervan. Vanaf het moment dat ik begreep dat de boodschap van mijn Bodyguard goed bedoeld was en dat hij alleen maar zijn best deed om mij voor een mogelijk falen te behoeden, was mij duidelijk dat niets en niemand mij het succes van het boek kan garanderen, netzomin als ook niemand mij kan garanderen dat het een volslagen mislukkig zal zijn. Maar zo lang ik plezier heb in het schrijven ervan en ik zo goed mogelijk mijn best doe om het tot een interessant en leesbaar geheel te maken, heb ik gedaan wat in mijn vermogen ligt. Nu ligt het manuscript bij de drukker en hangt de toekomst ervan niet meer van mij af (afgezien dan natuurlijk nog het verzorgen van de nodige marketing). Mijn doel, het proces van schrijven, van creëren, is voltooid. En daarmee ben ik in een nieuwe comfortzone aanbeland en kan ik op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging, een nieuw doel dat me voldoende kan motiveren om aan een volgend avontuur te beginnen waarmee ik als mens weer een stukje verder kan komen…

Misschien heb je behoefte om eens wat grondiger te kijken naar de relatie tussen de manier waarop jij jezelf weet te motiveren, en de werking van jouw saboteurs.  Misschien lijkt het je een goed idee om dat eens samen met een (HSP)coach te doen. Een paar sessies kunnen al heel veel inzicht geven. Coachen via Skype wordt steeds gewoner, en als je iets meer wilt weten over mijn manier van werken, stuur me dan gerust een mailtje met je vragen. En, ben je geïnteresseerd in mijn boek (helaas voorlopig alleen in het Spaans) dat eind van de maand het licht zal zien, dan stuur ik je graag meer informatie.

woensdag 6 juni 2012

De HSP'er en zijn comfortzone

‘Wie altijd doet wat hij altijd heeft gedaan, krijgt altijd het resultaat dat hij altijd heeft gehad.’

Wie is er niet vertrouwd met zijn confortzone? We hebben het hier duidelijk niet over een fysieke ruimte, maar over die gemoedstoestand waarin we tevreden zijn met ons dagelijks bestaan, waarin we het gevoel hebben dat we zijn aangekomen waar we zijn willen en we dus duidelijk niet op enige additionele stress zitten te wachten.

Ogenschijnlijk is het ook een prettige plek om te vertoeven, immers, je voelt je er veilig omdat je weet wat je hebt en omdat dat de kans op nare verrassingen zo goed als nihil is. Toch is het eigenlijk geen plek om langere tijd te blijven. En ik weet heel goed dat de meeste HSP’ers grote moeite hebben met het omarmen van nieuwe ideeën en het het maken van plannen om onbekende dingen te ondernemen, vooral ook wanneer ze zich geen duidelijk beeld kunnen vormen van de mogelijke risico’s of van alles wat hen verder nog zoal boven het hoofd zou kunnen hangen. Het is nu eenmaal zo bij veel HSP’ers dat ze de neiging hebben om met name aan díe dingen te denken die wel eens mis zouden kunnen gaan, of anders gezegd, veel HSP’ers blinken uit in het bedenken van doemscenarios. Het zal menigeen dan ook bekend voorkomen wanneer ik stel dat de HSP’er zich helemaal niet lekker voelt wanneer hij of zij van te voren niet heel zeker weet dat een bepaald, laten we zeggen, avontuur hem zal bekomen en hem in een nieuwe comfortzone zal doen belanden.

Maar is dat veilige gevoel dat een comfortzone je oplevert wel écht zo veilig? Als je zegt dat je rust, kalmte en harmonie wilt,  zeg je daarmee ook dat  je geen nieuwe uitdagingen aan wilt gaan. Dat je niet aan nieuwe avonturen wilt beginnen. Dat je geen nieuwe dingen wilt leren. Dat je geen nieuwe ontdekkingen wilt doen. Misschien zeg je zelfs ook wel dat je geen nieuwe mensen wilt leren kennen. Nee, je vindt het allemaal wel goed zo. Mocht je je in dit beeld herkennen, dan heb ik slecht nieuws voor je. Dat gevoel van rust en veiligheid dat je zo graag in stand wilt houden, is een tijdbom. Waarom? Omdat je niet de enige mens op aarde bent: je kunt dan misschien wel je eigen doen en laten controleren, maar je kunt nooit voorspellen hoe anderen om je heen zich zullen gedragen.

Je hebt een relatie met iemand die niet goed voor je is. Je wéét dat diegene niet goed voor je is, maar omdat je ook weet wat voor vlees je in de kuip hebt en je speciale antennes hebt ontwikkeld die je helpen de problemen zo veel mogelijk te omzeilen, voel je je, hoewel nou niet direct echt gelúkkig, in ieder geval veilig want je hebt –dat dénk je tenminste- de situatie in de hand. Je blijft liever in je confortzone dan de nodige moed te verzamelen om enige actie te ondernemen.  Actie ondernemen hoeft niet direct te betekenen dat je, al dan niet in een opwelling, besluit zo’n ongezonde relatie te beëindigen, maar je zou  bijvoorbeeld ook aan het aanleren van (nieuwe) communicatietechnieken kunnen denken, of aan het samen bezoeken van een relatiecoach.

Echter, ik geef je op een briefje dat, als jíj niet iets doet om een onhoudbare toestand te veranderen omdat je jezelf liever blijft wijsmaken dat het allemaal zo’n vaart niet loopt en dat je de boel onder controle hebt, er vroeger of later van buitenaf iets zal voorvallen waardoor je alsnog wordt gedwongen om iets te ondernemen. In dat geval is het niet jouw eigen besluit om uit je comfortzone te stappen, maar is het door het besluit van een ander dat je –naar alle waarschijnlijkheid juist op het moment dat je er het minst op bedacht bent- in beweging moet komen op een manier waar je dan niet zelf voor kunt kiezen.

Wie zich in zijn of haar confortzone bevindt meent ten onrechte dat hij de situatie de baas is. De tijdbom bestaat uit het simple feit dat niets in de wereld, in het universum, statisch is. Wil je echt voor zover als dat maar mogelijk is de baas over je leven zijn, dan zit er niets anders op dan zelf de touwtjes in handen te nemen en bewust stil te staan bij de vraag van wat je nu eigenlijk wilt met je leven.  Wil je niet dat er vóór jou wordt beslist , dan zul je zelf moeten beslissen. Je zult zelf het initiatief moeten nemen. En hoewel je zelfs dan nog niet kunt voorkomen dat er zich factoren van buitenaf voordoen die van invloed zijn op je bestaan, kun je in ieder geval zelf in actie komen op de wijze die jou het beste uitkomt en hoef je je geen slachtoffer te voelen wanneer die tijdbom barst zonder dat je de ellende ook maar hebt (willen) zien aankomen. HSP’ers hebben nogal eens de neiging zichzelf als slachtoffer van die harde, gemene en materialistische wereld te zien. Ja, die wereld ís materialistisch en hij is ook hard, maar dat betekent niet dat je machteloos hoeft te zijn. Mocht je meer willen lezen over deze slachtoffersrol, dan heb je misschien iets aan mijn eerdere artikel over de Dramadriehoek: ‘Redder, slachtoffer of aanklager, met welke rol identificeer je je het meest?’




Wat kun je doen?
'Durven is even je evenwicht verliezen; niet durven is uiteindelijk jezelf verliezen.’ 
S. Kierkegaard

Ben je HSP’er en zit je veilig in je comfortzone, dan is het zeer wel mogelijk dat je enorm opziet tegen alles wat samenhangt met veranderingen en actie ondernemen. Een van de kenmerken van hooggevoeligheid is immers moeite hebben met nieuwe uitdagingen en onbekende situaties. Je bent dus niet de enige die veel liever blijft zitten waar hij zit. Bang zijn mag. Bang zijn is menselijk. En het is ook helemaal waar: je weet bij het doen van stappen nooit waar je uit zult komen. Daar staat echter tegenover dat het niet minder waar is dat je, als je niet je nek uit steekt, altijd maar weer tegen dezelfde problemen op blijft lopen: net zo lang tot je, zoals we net al zagen, als gevolg van een plotselinge gebeurtenis vanuit een overwachte hoek, ineens gedwongen wordt om in beweging te komen.
Misschien is het een goed idee om eens te kijken naar waar je bang voor bent, naar wat je ervan weerhoudt om eens iets nieuws te proberen. Angsten, je zou ze ook saboteurs kunnen noemen, hebben de “taak” om je te beschermen. Ze willen je beschermen, maar daarmee zorgen ze er tegelijkertijd voor dat je innerlijk niet verder komt, dat je als mens niet groeit en je niet ontwikkelt. Deze saboteurs zijn makkelijk te herkennen aan het soort stemmetjes als: ‘Dat kun je toch niet en dat weet je best. Denk maar eens aan X, dat was immers ook een ramp.’ Of: ‘Nee hoor, géén nieuwe dingen. Blijf zou maar gewoon doen wat je altijd doet want dan weet je ook wat je kunt verwachten.’ Of: ‘Innerlijk groeien? Waarvoor in vredesnaam?  Nieuwe dingen leren? Wat een onzin. Alsof je op school al niet zat geleerd zou hebben.’ Of: ‘Veranderen? Hou toch op. Dat zeggen ze alleen maar omdat ze je op je bek willen zien gaan. Je wilt toch zeker niet voor paal staan?’ Of: ‘Weet je nou nog niet dat het onnverstandig is om de aandacht te willen trekken?’ In het artikel Hooggevoeligheid en innerlijke saboteurs kun je hier meer over lezen.

·   Is het je gelukt om zo’n stemmetje te ontmaskeren als een halve waarheid, of mogelijk zelfs als een regelrechte leugen, dan is het een goed idee om de betreffende saboteur te bedanken omdat hij je au fond alleen maar voor mogelijke ellende wil behoeden. Dat is zijn taak: je tegenhouden zodat je voor nare ervaringen gespaard zult blijven. Ooit eens was zijn advies nuttig, dat is het nu niet meer. Probeer te ontdekken waar het stemmetje vandaan komt, of het misschien het resultaat is van nare dingen die je in het verleden hebt meegemaakt of dat het deel uitmaakt van het repertoire wijze lessen die je van je ouders of van je leraren op school hebt meegekregen.
·   Stel jezelf de vraag of die waarschuwing uit je kinderjaren echt van toepassing is op de huidige situatie die om verandering smeekt.
·   Probeer een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van wát je precies zou willen  veranderen, bijvoorbeeld een gewoonte waar je last van hebt of een bepaald aanwensel. Of stel dat je iets specifieks wilt leren om verder te komen in je leven: ga dan op zoek naar de cursus die het beste bij je past en informeer naar alle details. Misschien wil je aan een nieuwe sport gaan doen, of je aansluiten bij de een of andere club: ga aan de slag en zoek alles uit wat je weten wilt. Informatie vragen kan tegenwoordig haast altijd via internet, dus als je het eng vindt om je gezicht te laten zien, dan is dat in dit stadium nog nergens voor nodig.
·   Schrijf eens op wat voor jou de voordelen zijn van het leren van iets nieuws. Bijvoorbeeld, wat schiet je ermee op om je in te schrijven voor een cursus fotografie, of om taichi te gaan doen of om te leren in het openbaar te spreken? Wat is de toegevoegde waarde daarvan voor jouw leven zoals het op dit moment is? En kijk dan ook eens naar wat het voordeel zou zijn van niets ondernemen, van gewoon te blijven doen wat je altijd al doet en wat zo lekker veilig is. Een voordeel dáárvan zou kunnen zijn dat je niet de aandacht hoeft te trekken en dat je niet uitgelachen zult worden. En probeer dan die beide kanten van de zaak eens eerlijk met elkaar te vergelijken.
·   Voor de meeste HSP’ers is het raadzaam om niet te veel tegelijk te willen veranderen. Het motto is: Verander beetje bij beetje, met kleine stapjes om de beurt. Onderzoek wat die stapjes zouden kunnen zijn. Leg je de lat te hoog, dan ga je er uiteindelijk onderdoor. Besluit je bijvoobeeld dat je Russisch wilt gaan leren,  zoek dan eerst een korte cursus voor beginnelingen. Kijk of je het wel echt leuk vindt en of je overweg kunt met je medecursisten. Daarna kun je dan kijken of je een vervolgcursus wilt doen, en dan nóg weer een…
·   Levert je eerste poging niets op, geef het dan niet meteen op. Het kan een idee zijn om te kijken naar wat er mis is gegaan (bijvoorbeeld, lag het aan je verwachtingen of was het toch te hoog gegrepen?) zodat je dat bij herhaling anders kunt doen. Ben je een HSP’er die perfectie nastreeft, leg je er dan bij neer dat je nooit honderd procent foutloos Russisch zult leren spreken. Lukt het bij de tweede poging nog niet? Geef het ook dan nog niet op. Hou vol. Iets nieuws leren (of afleren!) kost tijd en moeite. Je hebt ook niet in één keer leren lezen en schrijven, en voor staartdelingen heb je ook meerdere pogingen moeten wagen. Oefening baart kunst.
·   Vraag een naast om hulp. En ja, ik weet dat je daar als HSP’er iets voor moet overwinnen. Leg hem of haar exact uit wat je wilt bereiken en vraag of hij je daarin wil steunen. Vertel dan ook duidelijk waaruit die hulp zou moeten bestaan.
·   En heb je die eerste stap met success volbracht, aarzel dan niet om dat ook te vieren! Het maakt niet uit of je met een kleine voldoende bent geslaagd: het gaat hem om het slagen op zich en niet om het cijfer (en dat geldt in het bijzonder voor die HSP’ers met perfectionistische trekjes). 
Ik hoop dat deze ideeën je kunnen helpen om een volgende stap in je leven te zetten. En voor wat betreft het volhouden en niet opgeven als iets je niet meteen lukt, misschien kan deze korte YouTube van Nick Vujicic je tot inspiratie dienen. 
Je zou ook kunnen beslissen om eens een paar coachingsessies te nemen om te kijken wat jij zou kunnen doen om uit je comfortzone te komen. Sessies via Skype worden steeds populairder en zijn in meerdere opzichten voordelig. Wil je meer weten over het coachen in het algemeen, over HSP of over mijn manier van werken, aarzel dan niet om contact op te nemen.