Zoeken in deze blog

maandag 15 juli 2013

Hoe hooggevoelig ben jij voor de mening van anderen?

Het begint vaak al op school. Je moet voor het bord komen om een som te maken. Op zich kun je dat best en heb je het oplossen van dit soort rekenkundige vraagstukken goed onder de knie. Maar zodra je voor de klas gaat staan, lijkt het wel alsof je ineens niets meer weet. Je weet zeker dat al je klasgenootjes zullen zien dat je die ochtend je haren had moeten wassen en dat er een vlek op je broek zit. Erger nog, iedereen zal zien dat je te dik bent, en ze zullen je uitlachen. Je staat gewoon voor gek. En nu kun je bovendien niet meer denken en weet je met de beste wil van de wereld niet hoe je dit soort delingen ook alweer maakte. Je wordt knalrood en je begint te zweten. Je staat dus nog meer voor paal. Je kunt iedereen al horen gniffelen om die debiele rooie kop die je hebt, en natuurlijk zien ze ook die zweetdruppels op je voorhoofd. Ja, ja, je hoort ze al lachen, en nu voel je je ook nog duizelig. Je kijkt wanhopig naar de meester die je mogelijk nog iets bemoedigends toeroept, zo van ‘Je kunt het best’, maar hoewel je zijn lippen ziet bewegen dringen zijn woorden amper tot je door. Je zou het liefste door de grond zakken... 
Het is een extreem scenario, en misschien herken je je er maar ten dele in. Toch is het voor veel hooggevoeligen een bekende ervaring. Een gevoel van diepe onzekerheid dat je vaak levenslang parten blijft spelen. Met een beetje geluk leer je je eroverheen zetten en heb je er steeds minder last van, maar voor een groot aantal hooggevoeligen blijft het vaak erg lastig om niet veel en vaak stil te staan bij de indruk die ze op een ander maken. Uiteraard is het dan van belang om er altijd onberispelijk uit te zien zodat (?) iedereen je aardig vindt en je een uitstekende indruk maakt. Spreekbeurten, presentaties, zinnige opmerkingen maken tijdens vergaderingen of bijeenkomsten, meedoen aan tafelgesprekken maat ook mensen te eten vragen, veel hsp’ers gruwen ervan. 

De mythe  

  • Niemand vind je wel of niet aardig omdat je haar in jouw ogen niet perfect zit. De meeste mensen zíen die vlek op je broek niet eens. Ga maar na: vind jíj iemand minder aardig omdat zijn haar niet ‘goed’ zit (vooropgesteld dát je al zou zien dat er iets ‘mis’ is met het kapsel van een ander). Wil jíj niet meer bevriend zijn met iemand omdat hij tijdens de pauze met eten geknoeid heeft en er nu een vlekje op zijn shirt zit?

  • Wees gerust, het is onmogelijk om altijd door iedereen aardig gevonden te worden. Het bestáát niet dat iedereen je even leuk, aardig en/of interessant vindt. Vind jij iedereen even leuk, aardig en/of interessant? Denk ook maar eens aan iemand die je bewondert of die je gewoon verschrikkelijk aardig vindt. Je kent vast ook wel iemand die lang niet zo lovend over die persoon is, of die ronduit een negatieve mening over hem of haar heeft.


Hoe komt het?
Als hooggevoelige bent je doorgaans sterk afgestemd op je omgeving. Te sterk. Je zintuiglijke antennes zijn bijna voortdurend op de buitenwereld gericht. Dat doe je onbewust. Het gaat zonder dat je erbij stilstaat. Je ogen nemen voortdurend waar, je oren staan altijd open, allemogelijke geuren dringen zich aan je op... en je bent de hele tijd bezig (ook meestal onbewust) om daar oordelen over uit te spreken: mooi of lelijk, aangenaam of storend, lekker of vies... Die oordelen hebben dan ook weer een uitwerking op hoe je je voelt. Iets kan je een prettig gevoel bezorgen, of je onzeker  en angstig maken. 
Waar het me om gaat is dat, dóórdat je zo gefocust bent op alles wat er in je omgeving plaatsvindt, je niet ‘thuis’ bent. Je bent niet op jezelf gericht, op wie jij bent en op wat jij doet, maar op de omgeving die onbewust gevoelens bij je oproept. Je maakt, zonder dat je daar doorgaans weet van hebt,  je welbevinden afhankelijk van wat er om je heen gaande is. Wie te veel in de buitenwereld leeft, is niet aanwezig in zijn ‘ik’. Hoe meer je je daarvan bewust bent, des te meer je ‘thuis in jezelf’ zult zijn en des te minder je je nog zult storen aan de (veronderstelde) mening van anderen. 
Je zou in dit verband ook eens kunnen spelen met de metafoor van ‘de huid als grens tussen jouw Ik en de buitenwereld.’ Hooggevoeligen hebben een ‘doorlaatbare’ huid. Doorgaans is het dan ook helemaal niet duidelijk waar jij ophoudt en waar de buitenwereld begint – en omgekeerd. Misschien is je al wel bekend dat hsp’ers letterlijk een gevoelige huid hebben en dus regelmatig met huidproblemen kampen. En als ik ‘huid’ zeg, dan denk ik ook aan het deel van de huid binnenin je lichaam, dus je longen (astma, bijvoorbeeld) en je darmen. Allergieën hóren als het ware bij de hoogevoelige mens. 
Veel hooggevoeligen hebben een zwak zelfbeeld, veel hooggevoeligen vinden van zichzelf dat ze verlegen zijn. Als kind hebben ze immers vaak te horen gekregen dat ze op de een of andere manier niet deugen (immers, wie wist er toen van hooggevoeligheid en het gedrag dat daarbij hoort? Mensen hebben de neiging om anderen met zichzelf te vergelijken, dus wanneer iemand wat stiller of dromeriger is, dan krijgt hij van een minder gevoelig iemand al snel het stempel van ‘verlegen’ of ‘teruggetrokken’ of ‘onzeker’ opgedrukt). Nu je weet dat je hooggevoelig bent, zou je nog eens naar die stempels (zelfoordelen) kunnen kijken om te zien in hoeverre ze alleen maar een oordeel en geen waarheid zijn).


Wat kun je doen?

  • Denk eens aan situaties van het type ‘schoolbord’. Probeer je voor de geest te halen hoe (ellendig) je je toen voelde. Kun je navoelen hoe je op dat moment meer was afgestemd op je omgeving dan dat je ‘thuis’ was? Kijk dan ook eens naar wat er daarna gebeurde. Ben je echt vriendjes kwijtgeraakt? 

  • Probeer je bewust te worden van wat er gebeurt wanneer je je onzeker voelt. Waar zit je met je antennes? Probeer bewust terug te komen in je Ik, bv door een aantal keren bewust diep adem te halen

  • Ga na of de oordelen die je over jezelf hebt wáár zijn, of dat het oordelen van anderen zijn die je bent gaan geloven omdat je ze zo vaak hebt gehoord. Wie van nature wat stiller en teruggetrokken is, is niet per se ‘verlegen’; hij is alleen maar wat stiller en meer teruggetrokken dan het gros van de mensen. 

  • Misschien wil je het op het eerste gezicht niet geloven, maar niemand is echt geïnteresseerd in de door jou al dan niet behaalde resultaten. Ook hier is het een goed idee om de rollen eens om te draaien en je af te vragen in hoeverre andermans resultaten voor jóu belangrijk zijn. (Het zij dan omdat je jezelf beter voelt wanneer een ander ander een slechter resultaat behaalt dan jij, maar dat is weer een ander verhaal). 

  • En ten slotte, voor diegenen die werken met affirmaties, dit is er mogelijk eentje waar je iets aan hebt:
‘Ik ben waardevol. Altijd. Niet omdat iemand dat zegt, niet op grond van de hoeveelheid geld die ik verdien, maar omdat ik besluit dat te geloven zonder er een specifieke reden voor nodig te hebben.’  Wayne Dyer

Validation (youtube), ken je hem al? Ken je hem nog?