Zoeken in deze blog

dinsdag 18 februari 2014

Hooggevoelig in de relatie: opruimwoede

‘Mijn vrouw snapt het niet, en dat kan ík weer niet begrijpen. Ik wil gewoon dat het opgeruimd is in huis. Zij zegt dan, dat is het toch, maar dat is het niet. Het is nooit opgeruimd. Echt, ik kan er niet meer tegen.’ 
‘Nooit?’ herhaal ik. ‘En je kunt er niet meer tegen, zeg je? Kun je er misschien iets meer over vertellen?’ 
‘Nou, als ik thuiskom van een lange dag werken en dan de krant en een stel boeken op de grond zie liggen, en het speelgoed van de kinderen, kledingstukken die rondslingeren, ja, dan ben ik op slag verschrikkelijk geïrriteerd. En die afwas op het aanrecht. Ze heeft een afwasmachine! Ik beleef het als een enorme bende, maar zij vindt het heel normaal en het stoort haar niet. Weet je wat ze zegt? We wonen in een huis en niet in een museum!’ 
Ik zeg niets. Mijn cliënt slaakt een diepe zucht. ‘Als het niet opgeruimd is, dan kan ik me niet ontspannen. Ik begin als een gek alles op te rapen, op te ruimen, de vuile boel in de vaatwasmachine te laden. Marjan vat dat altijd op als kritiek, weet je? En, oké, ergens heeft ze ook wel gelijk, hoor. Wanneer ik zo als een tornado door het huis ga, dan zit er wel iets achter van Kijk, dit bedoel ik, zo wil ik het hebben, zo hoort het. Eigenlijk, dat bedenk ik nu ineens, wil ik ook dat ze zich rot voelt, dat ze inziet dat ze het niet goed doet... gek is dat; dat had ik me nog nooit zo gerealiseerd. We maken veel te vaak ruzie om dit soort stomme dingen. Zij maakt me dan uit voor perfectionist, en ik haar voor sloddervos.’ Hij lacht kort. ‘Een soort van welles-nietesspelletje...’ 
‘Is dat altijd al zo gegaan tussen jullie?’ wil ik weten. 
Pieter kijkt me aan en ik zie dat mijn vraag hem verbaast. Grappig eigenlijk, want het is toch een redelijk normale vraag. Het lijkt wel alsof hij helemaal vergeten is hoe het vroeger was tussen hen, toen ze pas samen waren, zonder kinderen, zonder de drie honden en de kat die ze nu hebben... een tijd dat er niet altijd zo’n bende in huis was, en áls die er al was, dat hij er geen last van had. Ik vraag hem of er, afgezien van die nieuwe huisgenoten, misschien nog meer dingen zijn veranderd. 
Ja hoor, natuurlijk zijn er dingen veranderd, vertelt hij. Toen ze trouwden hadden ze alle twee een baan, was er geld in overvloed en woonden ze bovendien heel idyllisch in een huisje buiten. Goed, ze maakten lange dagen, maar hun leven voelde toch als vrij en ontspannen. Ze hadden tijd om van elkaar en hun samenzijn te genieten, ze maakten vaak uitstapjes en werkten met plezier in de tuin... Terwijl Pieter me dit alles vertelt zie ik zijn gezicht, zijn hele houding veranderen, en aan de glinstering in zijn blik zie ik dat hij zich in die tijd echt gelukkig voelde. 
Tot hier het verhaal van Pieter. Ben je hooggevoelig en heb je tot aan hier gelezen, dan herken je jezelf waarschijnlijk in thema’s als stress en perfectionisme. Wat ik daarnaast opvallend vind aan Pieters relaas, is zijn bekentenis dat hij wil dat zijn vrouw ‘zich rot voelt.’ Dat hij haar als het ware met zijn gedrag wil straffen. Dat is een uitstekend voorbeeld van wat we passieve agressie noemen... Jij zit emotioneel niet lekker in je vel, je weet niet precies waarom en je wilt een ander ervoor laten ‘boeten.’ Die ander is dan meestal een partner, een kind of, dat zie ik ook wel, een ouder. 
  
Drie dingen
Het voorbeeld  van Pieter gaat in feite over drie dingen, drie thema’s, die verband houden met elkaar. Ik schreef al eerder over elk van de drie afzonderlijk, maar in dit artikel gaat het me om de combinatie. 
1.   Perfectionisme: Het overgrote merendeel van de hooggevoelige mensen neigt tot perfectionisme. De HSP’er pikt relatief heel veel informatie op en beschikt daardoor over een groot referentiekader dat hem onmiddellijk ‘fouten’ doet opmerken. Ik zet dat tussen aanhalingsrekens omdat het doorgaans een op een subjectieve mening gebaseerd oordeel betreft. Het perfectionisme en de (haast) onbedwingbare impuls om ‘fouten’ te corrigeren gaan licht met de HSP’er aan de haal: hoe gestresster de HSP’er is, hoe sneller hij in de greep van zo’n correctiedwang terecht komt. 
2.   Stress: Hoe gestresster iemand is, des te groter zijn behoefte aan ‘volmaaktheid’; we zien een toenemende behoefte aan controleren, aan het beheersen van de omgeving. Wie gestresst is raakt het contact met zijn Ik kwijt waardoor de gevoelens een eigen leven gaan leiden en onbeheersbaar worden. Zodra je al dan niet bewust in de gaten krijgt dat je de controle over jezelf kwijt bent, zul je proberen om die weer terug te krijgen. Wat je dan nog al eens ziet gebeuren is dat je die controle niet terug probeert te krijgen door je eigen Ik tot de orde te roepen (die is dan vaak al te ver ontsnapt) maar door de omgeving tot orde te brengen. Dus, in plaats van ‘ik beheers me’ krijg je iets van ‘doe wat ik zeg en het komt goed.’ Pieter denkt op dat moment werkelijk dat hij zich beter zal voelen wanneer zijn huis weer netjes is. Zijn vrouw is dan verantwoordelijk voor het feit dat hij zich rot voelt en zijn boodschap is: ‘Ik voel me rot, ik ben moe en gestresst, ik wil rust, ik wil orde; jij hebt –weer- niet opgeruimd, en daardoor voel ik me nóg ellendiger.’ 
3.   Passieve agressie: Je doet iets om een ander te straffen. In dit voorbeeld gaat Pieter als een soort van witte tornado door het huis om zijn vrouw duidelijk te maken dat zij niet deugt, om haar te straffen. Hij wil dat ze het gevoel krijgt dat ze niet deugt als vrouw, dat ze te kort schiet als echtgenote en vrouw des huizes. Pieter gebruikt geen lichamelijk geweld en hij zegt geen woord. Hij zegt niet wat hij denkt, hij zegt niet wat hij voelt. Hij beschuldigt haar nergens van, althans niet met woorden. Nee, hij beschuldigt haar door middel van zijn schijnbaar onpersoonlijke optreden, maar daarbij vuurt hij onophoudelijk pijlen af op zijn vrouw. En als zij haar schouders ophaalt en hem gewoon zijn gang laat gaan, dan valt dat verkeerd; en als zij opstaat om mee te helpen opruimen, dan valt dat óók verkeerd. Het is een situatie die, als er niet over wordt gesproken, steevast ontaardt in een fikse ruzie. 
In de coachingssessie met Pieter wordt duidelijk hoe enorm destructief zijn optreden is. Hij weet bij nader inzien ook héél goed dat de rommel in zijn huis en het wel of niet opruimen ervan door zijn vrouw niets te maken heeft met het feit of hij zich nu wel of niet prettig voelt. Hij geeft zelfs toe dat het met die ‘bende’ bij hem thuis eigenlijk reuze meevalt, en dat het uiteindelijk alleen maar om een krant en wat kinderspeelgoed op de vloer, en een paar gebruikte theekopjes gaat. Pieter is hooggevoelig, hij heeft een hele zware baan en hij had al een paar weken niet meer de tijd genomen om echt te ontspannen, om eens lekker het bos in te gaan, om in de tuin te werken en om gewoon eens lekker een boek te lezen. Op tijd naar bed gaan en voldoende slapen was er al lang niet meer bij. Hij realiseerde zich dat hij zijn behoeften helemaal uit het oog was verloren en dat hij naar de omgeving toe onduidelijke boodschappen had gegeven. 
Nadat we nog eens met nieuwe aandacht naar zijn lijstje van persoonlijke behoeften hadden gekeken, en naar wat hij zelf kan doen om ervoor te zorgen dat die ook gehonoreerd worden (dus zelf pro-actief bezig te zijn in plaats van zijn vrouw van alles te verwijten) voelde hij zich meteen al een heel stuk beter. We zagen dan ook hoe je, wanneer je eenmaal wordt weggezogen in een spiraal van stress, makkelijk vergeet wat je nodig hebt en wat goed voor je is. Het is alsof je, al naar gelang het toenemen van de stress, een groeiende blinde vlek ontwikkelt die ervoor zorgt dat je steeds minder zicht en greep krijgt op je eigen Ik. 
Het kan voldoende zijn om eens rustig te gaan zitten, je behoeften vast te stellen en in overeenstemming daarmee te handelen. Soms kun je dat heel goed alleen, soms is het lastig om dat zelf te doen en kan het een goed idee zijn om de hulp van een coach in te schakelen. Als coach die gespecialiseerd is in de problematiek van de hooggevoelige mens,  wil ik je daar graag bij helpen (ook vía skype).