 |
foto: Josh van Dyke |
Voor velen is dit de tijd van de
grote vakantie, de tijd van bijkomen en uitrusten en van het opladen van je
persoonlijke accu. Misschien doe je dat ergens in het buitenland,
misschien blijf je gewoon lekker thuis. Misschien ga je ergens bij familie of
vrienden logeren, of misschien krijg je zelf logés.
De
afgelopen maand kreeg ik van meerdere kanten –cliënten en vriendinnen– verhalen
te horen over het bezoek dat bij hen had gelogeerd. Die verhalen waren stuk
voor stuk heel herkenbaar want zelf had ik ook mensen in huis en ik mag dan
coach zijn, maar ik ben ook HSP en net als iedereen heb ik ook zo mijn
momenten. Met name het verhaal van de pas getrouwde Cristina, die met haar man
in een piepklein flatje woont en familie van haar man (een echtpaar met twee
tienerzoons) te logeren kreeg, zorgde ervoor dat het me een goed idee leek om
de rol van de hooggevoelige gastvrouw/gastheer tot onderwerp van deze
nieuwsbrief te maken.
Cristina
vroeg me om advies want ze wist zich geen raad met een situatie die haar al
binnen een dag boven het hoofd was gegroeid: gevoelens van groeiende irritatie,
oververzadiging en machteloosheid wonnen het van haar gebruikelijke gulheid en
opgewekte humeur. En dát had weer tot gevolg dat ze zich schuldig voelde. Haar
bezoek, dat zijn best deed om haar zo veel mogelijk te helpen en tegemoet te
komen, kon geen goed doen. Haar schoonzus, die zich bewust was van de
“overlast” die zij met haar man en kinderen bezorgde, verklaarde dat Cristina
zich “nergens druk om hoefde te maken en dat zij en haar man voor de
boodschappen en voor het eten zouden zorgen.” Cristina liet de hele situatie
over zich heen komen (ze wilde immers dat haar schoonfamilie haar aardig zou
vinden) maar kon het niet verdragen dat haar schoonzus ineens de scepter
zwaaide over het keukentje en de inhoud van de koelkast. En dat was niet het
enige dat haar hopeloos dwars zat en haar een pesthumeur bezorgde, maar
afgezien daarvan waren er nog kwesties als de troep die niet werd opgeruimd,
het lawaai en nog zo wat.
En dan het verhaal van Saskia, een
van mijn hooggevoelige vriendinnen. Ze belde zomaar, om te horen hoe het met me
ging, maar toen ik vroeg hoe het met haar was, vertelde ze me over hoe haar man
een goede vriend had uitgenodigd om een paar dagen te komen logeren (ze wonen
op een prachtige plek in de Zwitserse Alpen) en dat die vriend uiteindelijk
ruim twee weken was gebleven, want “hij vond het zo heerlijk bij hen.” Saskia
had niet de moed om haar man te laten weten dat ze na een kleine week al meer
dan genoeg had van het bezoek en dat ze dringend behoefte had aan ruimte en
rust in huis. Ze durfde het niet tegen haar man te zeggen omdat ze het
egoïstisch van zichzelf vond; net alsof ze haar man het gezelschap van zijn
vriend misgunde. Dat laatste was het ook niet, in tegendeel, ze was juist blij
voor haar man dat zijn vriend er was. Dat kon evenwel niet verhinderen dat ze
het gevoel had alsof ze haar huis en haar vrijheid kwijt was. En ook zij voelde
zich schuldig.
Als
je dit zo leest zou je allicht kunnen denken dat HSP’ers asociaal, intolerant
en antipathiek zijn, maar is dat werkelijk zo? Nou, nee, dat is bepaald niet
het geval, uitzonderingen daargelaten. De meeste HSP’ers vinden het juist
heerlijk om mensen uit te nodigen, om lekker voor hun bezoek te koken en het
hen in zo veel mogelijk opzichten naar de zin te maken. Het gros van de
overgevoelige mensen is juist extreem gastvrij en gul, en vindt het heerlijk om
met anderen te delen. De kwestie is alleen dat de meeste HSP’ers moeite hebben
met het bepalen en bewaken van hun grenzen.
Het
is bekend dat een hooggevoelige relatief snel het punt van sensoriale en
emotionele verzadiging bereikt. Onze zintuigen zijn als sponzen die alles
opzuigen, en we hebben meer tijd nodig dan de gemiddelde (niet hooggevoelige)
mens om alle opgedane indrukken te verwerken. We hebben behoefte aan tijd voor
onszelf alleen, of, op zijn minst, aan tijd waarin we ons om niemand hoeven te
bekommeren en we onze batterijen kunnen opladen. Met logés in huis is dit
dikwijls niet mogelijk.
Als
we daar dan nog eens de voor de HSP’er karakteristieke behoefte aan orde en ‘perfectie’
(het huis schoon en op orde, de ideale gastrvouw/gastheer zijn, maaltijden waar
niets, maar dan ook niets op aan te merken is en die bij voorkeur uit meerdere
gangen bestaan, altijd even vriendelijk en voorkomend te zijn en er alles voor
over hebben dat het bezoek het tweehonderd procent naar de zin heeft) aan
toevoegen, plus zijn behoefte de ander te dienen en de neiging om zichzelf op
de laatste plaats te laten komen, ligt het voor de hand dat dit niet goed kan
gaan. Samenleven is op zich al een uitdaging die acceptatie en aanpassingen
vereist, maar het delen van je eigen ruimte met mensen die je niet goed kent en
die bij jou vakantie komen vieren (terwijl jij bovendien misschien ook nog
gewoon naar je werk moet) waardoor je niet aan je eigen rust toekomst, staat
gelijk aan stress. En stress maakt dat je weinig tot niets kunt hebben en je je
overall aan gaat ergeren. Hoe gestresster je bent, des te minder je van anderen
kunt hebben en des te groter je behoefte het op een krijsen te zetten. En hoe onmogelijker het voor je wordt
gezellig mee te doen en van je bezoek te genieten.
Je grenzen beter bewaken
Om
te beginnen zul je voor jezelf moeten uitmaken wat voor jou onontbeerlijk is om
niet gespannen en geïrriteerd te raken. Met andere woorden, wat zijn jouw
innerlijke grenzen? Je kunt daarbij denken aan dingen als: acht uur ongestoorde
slaap, in je eentje rustig en stil ontbijten, een half uurtje mediteren per
dag, bezig zijn met de verzorging van je planten, op de sportschool aan je
conditie werken, geen alcohol drinken, etc., etc. Het gaat daarbij duidelijk om
dingen die bijdragen aan je innerlijk evenwicht. Het leven heeft je geleerd
dat, wanneer je je niet aan deze voor jou gouden regels houdt, je relatief snel
zenuwachtig wordt en je opgejaagd gaat voelen.
Onder
normale omstandigheden lukt het je misschien nog wel om je aan je eigen gouden
regels te houden (al kan dat soms best lastig zijn) maar wanneer je logés hebt
valt dat helemaal niet mee. Het is daarom een goed idee om je bezoek te laten
weten dat ze absoluut welkom zijn, maar dat er een aantal dingen zijn die je,
in ieders belang, graag met ze wilt afspreken. Je legt ze uit wat jouw gouden regels
zijn en dat je je daar óók met bezoek in huis aan wilt houden. Als je dat bij
aanvang van het bezoek doet, dan kun je dat op een gezellige, vriendelijke
manier doen zonder boos of geïrriteerd te zijn. Heb je behoefte aan iets als
tijd en rust –ik noem maar wat– laat dat dan weten en vráág erom. Je kunt je
gasten achteraf niet iets verwijten als je je daar in het begin niet heel duidelijk
over hebt uitgesproken. Met vertwijfelde uitspraken als: ‘Ze snappen toch zeker
óók wel dat ik ’s ochtends wil mediteren?’ plaats je jezelf in de slachtofferrol
en creëer je een hele vervelende stemming. Waarom? Omdat iemand onmogelijk iets
kan snappen wat hij niet weet; jíj weet het wel, maar als je het niet duidelijk
uitspreekt kun je niet aannemen dat een ander dat aan het puntje van je neus
kan zien aflezen.
Het
op proactieve wijze bewaken van je grenzen houdt in dat je duidelijk en
nauwkeurig omschrijft wat je behoeften zijn. Elke ochtend wil je een half
uurtje stilte in huis om van zeven uur tot half acht te mediteren. Je wilt dat
je bezoek meehelpt in huis bij het dekken en afruimen van de tafel, en dat drie
keer per dag. Je wilt dat ze de hond tussen de middag, om precies te zijn, om
één uur, uitlaten. Je werkt en moet vroeg op, en doordeweeks moet je daarvoor
om tien uur in bed liggen, enzovoort. Het is echt een goed idee om je bezoek
aan het begin (of mogelijk zelfs nog daarvóór) van hun verblijf van deze dingen
op de hoogte te brengen, want bèn je eenmaal geïrriteerd dan kun je dit
waarschijnlijk alleen nog maar boos en kribbig doen. Denk eraan dat je niet
vergeet om je bezoek te vragen of ze deze behoeften van jou kunnen respecteren en honoreren, of dat er misschien van hun kant
iets is waardoor dat bemoeilijkt wordt. Als jij van te voren weet dat de hond
op een bepaalde dag niet uitgelaten kan worden –ik noem maar wat– dan kun je
tijdig andere maatregelen treffen en hoef je je achteraf niet boos te maken of
op te winden.
Het is fijn en leuk om logés te
hebben. Het is verrijkend in vele opzichten. Om van je gasten
te kunnen genieten en om ervoor te zorgen dat zij optimaal van jouw
gastvrijheid kunnen genieten, zul je je eigen grenzen moeten kennen, duidelijk
moeten maken en eraan vast moeten kunnen houden.
Ik
wens jullie een fijne vakantie –hoe dan ook, waar dan ook en met wie dan ook!