Zoeken in deze blog

zondag 12 augustus 2012

Hooggevoelig en gastvrouw/gastheer

foto: Josh van Dyke
Voor velen is dit de tijd van de grote vakantie, de tijd van bijkomen en uitrusten en van het opladen van je persoonlijke accu. Misschien doe je dat ergens in het buitenland, misschien blijf je gewoon lekker thuis. Misschien ga je ergens bij familie of vrienden logeren, of misschien krijg je zelf logés.

De afgelopen maand kreeg ik van meerdere kanten –cliënten en vriendinnen– verhalen te horen over het bezoek dat bij hen had gelogeerd. Die verhalen waren stuk voor stuk heel herkenbaar want zelf had ik ook mensen in huis en ik mag dan coach zijn, maar ik ben ook HSP en net als iedereen heb ik ook zo mijn momenten. Met name het verhaal van de pas getrouwde Cristina, die met haar man in een piepklein flatje woont en familie van haar man (een echtpaar met twee tienerzoons) te logeren kreeg, zorgde ervoor dat het me een goed idee leek om de rol van de hooggevoelige gastvrouw/gastheer tot onderwerp van deze nieuwsbrief te maken.

Cristina vroeg me om advies want ze wist zich geen raad met een situatie die haar al binnen een dag boven het hoofd was gegroeid: gevoelens van groeiende irritatie, oververzadiging en machteloosheid wonnen het van haar gebruikelijke gulheid en opgewekte humeur. En dát had weer tot gevolg dat ze zich schuldig voelde. Haar bezoek, dat zijn best deed om haar zo veel mogelijk te helpen en tegemoet te komen, kon geen goed doen. Haar schoonzus, die zich bewust was van de “overlast” die zij met haar man en kinderen bezorgde, verklaarde dat Cristina zich “nergens druk om hoefde te maken en dat zij en haar man voor de boodschappen en voor het eten zouden zorgen.” Cristina liet de hele situatie over zich heen komen (ze wilde immers dat haar schoonfamilie haar aardig zou vinden) maar kon het niet verdragen dat haar schoonzus ineens de scepter zwaaide over het keukentje en de inhoud van de koelkast. En dat was niet het enige dat haar hopeloos dwars zat en haar een pesthumeur bezorgde, maar afgezien daarvan waren er nog kwesties als de troep die niet werd opgeruimd, het lawaai en nog zo wat.

En dan het verhaal van Saskia, een van mijn hooggevoelige vriendinnen. Ze belde zomaar, om te horen hoe het met me ging, maar toen ik vroeg hoe het met haar was, vertelde ze me over hoe haar man een goede vriend had uitgenodigd om een paar dagen te komen logeren (ze wonen op een prachtige plek in de Zwitserse Alpen) en dat die vriend uiteindelijk ruim twee weken was gebleven, want “hij vond het zo heerlijk bij hen.” Saskia had niet de moed om haar man te laten weten dat ze na een kleine week al meer dan genoeg had van het bezoek en dat ze dringend behoefte had aan ruimte en rust in huis. Ze durfde het niet tegen haar man te zeggen omdat ze het egoïstisch van zichzelf vond; net alsof ze haar man het gezelschap van zijn vriend misgunde. Dat laatste was het ook niet, in tegendeel, ze was juist blij voor haar man dat zijn vriend er was. Dat kon evenwel niet verhinderen dat ze het gevoel had alsof ze haar huis en haar vrijheid kwijt was. En ook zij voelde zich schuldig.

Als je dit zo leest zou je allicht kunnen denken dat HSP’ers asociaal, intolerant en antipathiek zijn, maar is dat werkelijk zo? Nou, nee, dat is bepaald niet het geval, uitzonderingen daargelaten. De meeste HSP’ers vinden het juist heerlijk om mensen uit te nodigen, om lekker voor hun bezoek te koken en het hen in zo veel mogelijk opzichten naar de zin te maken. Het gros van de overgevoelige mensen is juist extreem gastvrij en gul, en vindt het heerlijk om met anderen te delen. De kwestie is alleen dat de meeste HSP’ers moeite hebben met het bepalen en bewaken van hun grenzen.

Het is bekend dat een hooggevoelige relatief snel het punt van sensoriale en emotionele verzadiging bereikt. Onze zintuigen zijn als sponzen die alles opzuigen, en we hebben meer tijd nodig dan de gemiddelde (niet hooggevoelige) mens om alle opgedane indrukken te verwerken. We hebben behoefte aan tijd voor onszelf alleen, of, op zijn minst, aan tijd waarin we ons om niemand hoeven te bekommeren en we onze batterijen kunnen opladen. Met logés in huis is dit dikwijls niet mogelijk.

Als we daar dan nog eens de voor de HSP’er karakteristieke behoefte aan orde en ‘perfectie’ (het huis schoon en op orde, de ideale gastrvouw/gastheer zijn, maaltijden waar niets, maar dan ook niets op aan te merken is en die bij voorkeur uit meerdere gangen bestaan, altijd even vriendelijk en voorkomend te zijn en er alles voor over hebben dat het bezoek het tweehonderd procent naar de zin heeft) aan toevoegen, plus zijn behoefte de ander te dienen en de neiging om zichzelf op de laatste plaats te laten komen, ligt het voor de hand dat dit niet goed kan gaan. Samenleven is op zich al een uitdaging die acceptatie en aanpassingen vereist, maar het delen van je eigen ruimte met mensen die je niet goed kent en die bij jou vakantie komen vieren (terwijl jij bovendien misschien ook nog gewoon naar je werk moet) waardoor je niet aan je eigen rust toekomst, staat gelijk aan stress. En stress maakt dat je weinig tot niets kunt hebben en je je overall aan gaat ergeren. Hoe gestresster je bent, des te minder je van anderen kunt hebben en des te groter je behoefte het op een krijsen te zetten. En hoe onmogelijker het voor je wordt gezellig mee te doen en van je bezoek te genieten.

Je grenzen beter bewaken
Om te beginnen zul je voor jezelf moeten uitmaken wat voor jou onontbeerlijk is om niet gespannen en geïrriteerd te raken. Met andere woorden, wat zijn jouw innerlijke grenzen? Je kunt daarbij denken aan dingen als: acht uur ongestoorde slaap, in je eentje rustig en stil ontbijten, een half uurtje mediteren per dag, bezig zijn met de verzorging van je planten, op de sportschool aan je conditie werken, geen alcohol drinken, etc., etc. Het gaat daarbij duidelijk om dingen die bijdragen aan je innerlijk evenwicht. Het leven heeft je geleerd dat, wanneer je je niet aan deze voor jou gouden regels houdt, je relatief snel zenuwachtig wordt en je opgejaagd gaat voelen.

Onder normale omstandigheden lukt het je misschien nog wel om je aan je eigen gouden regels te houden (al kan dat soms best lastig zijn) maar wanneer je logés hebt valt dat helemaal niet mee. Het is daarom een goed idee om je bezoek te laten weten dat ze absoluut welkom zijn, maar dat er een aantal dingen zijn die je, in ieders belang, graag met ze wilt afspreken. Je legt ze uit wat jouw gouden regels zijn en dat je je daar óók met bezoek in huis aan wilt houden. Als je dat bij aanvang van het bezoek doet, dan kun je dat op een gezellige, vriendelijke manier doen zonder boos of geïrriteerd te zijn. Heb je behoefte aan iets als tijd en rust –ik noem maar wat– laat dat dan weten en vráág erom. Je kunt je gasten achteraf niet iets verwijten als je je daar in het begin niet heel duidelijk over hebt uitgesproken. Met vertwijfelde uitspraken als: ‘Ze snappen toch zeker óók wel dat ik ’s ochtends wil mediteren?’ plaats je jezelf in de slachtofferrol en creëer je een hele vervelende stemming. Waarom? Omdat iemand onmogelijk iets kan snappen wat hij niet weet; jíj weet het wel, maar als je het niet duidelijk uitspreekt kun je niet aannemen dat een ander dat aan het puntje van je neus kan zien aflezen.

Het op proactieve wijze bewaken van je grenzen houdt in dat je duidelijk en nauwkeurig omschrijft wat je behoeften zijn. Elke ochtend wil je een half uurtje stilte in huis om van zeven uur tot half acht te mediteren. Je wilt dat je bezoek meehelpt in huis bij het dekken en afruimen van de tafel, en dat drie keer per dag. Je wilt dat ze de hond tussen de middag, om precies te zijn, om één uur, uitlaten. Je werkt en moet vroeg op, en doordeweeks moet je daarvoor om tien uur in bed liggen, enzovoort. Het is echt een goed idee om je bezoek aan het begin (of mogelijk zelfs nog daarvóór) van hun verblijf van deze dingen op de hoogte te brengen, want bèn je eenmaal geïrriteerd dan kun je dit waarschijnlijk alleen nog maar boos en kribbig doen. Denk eraan dat je niet vergeet om je bezoek te vragen of ze deze behoeften van jou kunnen respecteren  en honoreren, of dat er misschien van hun kant iets is waardoor dat bemoeilijkt wordt. Als jij van te voren weet dat de hond op een bepaalde dag niet uitgelaten kan worden –ik noem maar wat– dan kun je tijdig andere maatregelen treffen en hoef je je achteraf niet boos te maken of op te winden.

Het is fijn en leuk om logés te hebben. Het is verrijkend in vele opzichten. Om van je gasten te kunnen genieten en om ervoor te zorgen dat zij optimaal van jouw gastvrijheid kunnen genieten, zul je je eigen grenzen moeten kennen, duidelijk moeten maken en eraan vast moeten kunnen houden.

Ik wens jullie een fijne vakantie –hoe dan ook, waar dan ook en met wie dan ook!

Nieuwtjes
Eindelijk, mijn Spaanse boek is uit en de verkoop ervan loopt goed. Jullie hebben er waarschijnlijk niets aan, maar misschien hebben jullie Spaanse kennissen of familie die je er een plezier mee kunt doen. Ik heb me voorgenomen om in de winter aan de Nederlandse vertaling ervan te gaan werken.
Het boek was de aanleiding tot het vernieuwen en moderniseren van mijn Spaanse web en ik wil best bekennen dat ik trots ben op het frisse en tegelijkertijd hooggevoelige resultaat. 

1 opmerking:

  1. Heel herkenbaar,wij krijgen nooit loges omdat ik daarvoir ook geen ruimte heb.ik zou stapelgek worden omdat ik me dan in mijn privacy aangetast voel.

    BeantwoordenVerwijderen